13. Bedrijfsmodi en indicatoren op de datalogger
a) Bedrijfsmodi en instellingen
Om de configuratie wat eenvoudiger te maken, zijn hier 13 algemene bedieningsmodi weergegeven. Om de volgende
configuratie-instellingen uit te voeren, zie hoofdstuk "12 b) Meting – basisinstellingen".
Modus 1
Functie
De opname start onmiddellijk.
De opname stopt wanneer het geheugen vol is.
Instelling
• Selecteer als "voorwaarde voor opnamestart": "Onmiddellijk, totdat het geheugen vol is"
Modus 2
Functie
De opname start onmiddellijk.
De opname stopt wanneer de toets "ENTER" (8) enkele seconden ingedrukt wordt.
Instelling
• Selecteer als "voorwaarde voor opnamestart": "Onmiddellijk, totdat het geheugen vol is"
• Selecteer als "voorwaarde voor einde opname": "Stop-toets"
Modus 3
Functie
De opname start onmiddellijk.
De opname stopt na het maken van het PDF-rapport.
Instelling
• Selecteer als "voorwaarde voor opnamestart": "Onmiddellijk, totdat het geheugen vol is"
• Selecteer als "voorwaarde voor einde opname": "Na het maken van de PDF"
Modus 4
Functie
Die opname start wanneer de toets "ENTER" (8) voor enkele seconden ingedrukt wordt.
De opname stopt wanneer het geheugen vol is.
Instelling
• Selecteer als "voorwaarde voor opnamestart": "Start door een druk op een toets"
Modus 5
Functie
De opname start en stopt wanneer de toets "ENTER" (8) voor enkele seconden ingedrukt
wordt.
Instelling
• Selecteer als "voorwaarde voor opnamestart": "Start door een druk op een toets"
• Selecteer als "voorwaarde voor einde opname": "Stop-toets"
112