Pentair Jung Pumpen JP01080/3 Originalbetriebsanleitung Seite 14

NEDERLANDS
de grenzen in acht worden genomen:
De onderrand van de onderste luchtbel mag niet lager gemon-
teerd worden dan de bovenrand van de ring behuizing van de
pomp. Bij een lagere montage bestaat het gevaar dat de pomp
voorafgaand aan het uitschakelen lucht opzuigt en daardoor
niet meer uitschakelt.
De verticale afstand tussen de twee luchtbellen moet tussen
max. 100 en 900 mm liggen.
Bij een afstand die korter is dan 100 mm, duikt de bovenste
luchtbel bij het verpompen niet meer uit het water en wordt het
niet meer geventileerd - Gevolg: De inschakelniveau stijgt in de
loop van de maanden en dit tot de as overloopt. Bij een afstand
die groter is dan 900 mm, bestaat het gevaar dat de drempel-
waarden van de drukschakelaar van de onderste luchtbel wijzi-
gen door overbelasting.
WAARSCHUWING!
Volgens de wet- en regelgevingen voor explosiebescherming
mogen JUNG EX pompen nooit drooglopen of in slurpbedrijf.
De pomp moet ten laatste uitschakelen wanneer het waterpeil
de bovenste rand van het pomphuis bereikt.
Controle looptijd
Het alarmsignaal gebeurt "indirect" door de tijd controle van de
drukschakelaar B2.
De vertragingstijd die moet worden ingesteld op R13 van de
stuurelektronica is afhankelijk van de desbetreffende systeem
omstandigheden zoals toevoersnelheid, capaciteit en volume
en moet per geval experimenteel bepaald worden. Om vals
alarm te voorkomen, is het nuttig om de alarmvertraging zo
lang mogelijk en zo kort als nodig in te stellen.
Er zijn twee tijdsintervallen zijn beschikbaar die kunnen wor-
den ingesteld aan S2 (onder R13): A = ong. 15 tot 130 sec en B =
ong. 120 tot 240 sec.
Onafhankelijk alarm
Het alarm is standaard afhankelijk van het netwerk. Om ook bij
het uitvallen van het netwerk een alarm aan de aangesloten
pomp te kunnen geven, moet optioneel een 9V-batterij worden
aangesloten aan de klip en deze moet op de voorziene plaats
op de platine met de kabelbinder bevestigd worden.
VOORZICHTIG!
Alleen de 9V-NiMh-accu van fabrikant gebruiken! Bij gebruik van
droge batterijen of Lithium accus bestaat ontploffingsgevaar!
Een lege accu wordt binnen ongeveer 24 uur opgeladen voor
gebruik (volledig opladen duurt ongeveer 100 uur). Controleer
regelmatig de werking van de accu' s ! Levensduur batterij ong.
5-10 jaar. Datum van ingebruikname op de batterij noteren - na
5 jaar de batterij vervangen als voorzorgsmaatregel.
LET OP! Batterij in de pomp controle niet vergeten!
Functietest van de luchtpomp
Luchtpomp inschakelen door op de testknop op de behuizing
te drukken. Bij een werkende luchtpomp moet na een korte pe-
riode lucht uit de onderste bel naar de as stijgen.
LET OP! Bij temperaturen onder 0°C wordt de luchtpomp uit-
geschakeld door een antivriesthermostaat en vervolgens kan
er ook niet meer aan de testknop gedraaid worden. De hera-
ansluiting van de thermostaat wordt uitgevoerd bij +5°C.
LET OP! Bij een defect membraan werkt de schakeling in nood-
14
bedrijf met een sterk verminderde niveau verder. Bij het pom-
pen treedt er telkens een storing op.
STORINGEN
Alarm (P4 licht op)
Mogelijke oorzaken:
– Toevoersnelheid groter dan opbrengst van de pomp.
– Drukschakelaar "uit" defect of bijhorende slangen of hun
verbindingen lekken (P2 niet verlicht).
– Membraan van de luchtpomp is defect (lek).
– Motorbeveiligingsschakelaars of thermische beveiliging is
in werking getreden - of de controle of pomp is defect;.
– Geen netspanning (alleen als de batterij aanwezig is, P1 is
uitgeschakeld)
ONDERHOUD
WAARSCHUWING!
Voorafgaande aan de werkzaamheden: Pomp(en) en besturing
door het losdraaien van de voorzekeringen van het elektriciteit-
snetwerk loskoppelen en ervoor zorgen dat ze niet door andere
personen onder spanning kunnen worden gezet.
LET OP! Werkzaamheden aan de besturing mogen alleen door
een elektromonteur worden uitgevoerd!
Overeenkomstig met de kwaliteit van het afvalwater, moeten
de luchtbellen binnenin regelmatig van bezinksels bevrijd wor-
den en het membraan van de luchtpomp moet regelmatig op
scheuren en lekken (visuele controle) gecontroleerd worden en
indien nodig vervangen worden.
Vervangen membraan van de luchtpomp
– Open de deur van de LM-schakeling en schroef het deksel
van de luchtpomp los.
– Los het membraan van "pomphuis" en trek het samen met
draaiarm uit de houder.
– Trek membraan van de zwaaiarm af, bevestig het nieuwe
membraan en plaats de zwaaiarm terug in de houder.
– Membraan op het "pomphuis" plaatsen.
– Het deksel weer opschroeven en de deur van de behuizing
sluiten.