RS232-interface
Op de bovenzijde van het meetapparaat is de optische geïsoleerde interface geïntegreerd waarmee
meetgegevens naar een pc kunnen worden overgedragen en verder kunnen worden verwerkt.
De dataverbinding kan met de optionele Seriell-datakabels (RS232 of USB), met een vrije interface aan
uw computer tot stand gebracht worden.
Schuif de bedekking van het interface (11) naar de bovenkant van de behuizing. Plaats de wigvormige
adapter van de optionele interfacekabels goed boven in de behuizingssponning (11) op het meetappa-
raat.
De interface is in normale toestand uitgeschakeld. Hou bij een ingeschakelde DMM, de toets „REL/PC"
2 s ingedrukt om deze te activeren. De activering wordt door het interfacesymbool
pieptoon gesignaleerd. Hou de toets „REL/PC" ca. 2 s ingedrukt of schakel het DMM uit om te activeren.
De optionele datakabel verkrijgt u onder het volgende bestelnr.:
Bestelnr. 12 56 40 RS232
Bestelnr. 12 03 17 USB
Displayverlichting
Onder ongunstige lichtomstandigheden kan het display verlicht worden. De verlichting schakelt na onge-
veer 10 seconden automatisch uit.
Hou de toets "LICHT" ca. 2 s ingedrukt om het licht in te schakelen. Hou de toets "LIGHT"nogmaals 2 s
ingedrukt of schakel het DMM uit om de verlichting eerder uit te schakelen.
Hz%-subfunctie
In alle meetbereiken voor wisselgrootheden is het mogelijk om met een druk op de toets de frequentie
resp. de pulsverhouding (Duty-Cycle) van de positieve halfbron in % weer te geven. De meetfunctie
hoeft niet door de draaischakelaar afgewisseld te worden.
De omschakeling gebeurt met de toets „Hz%" (10). Alle geel gemarkeerde meetfuncties op de draai-
schakelaar worden door deze toets bij iedere bediening omgeschakeld.
en een korte
95