De CWF Multi kan worden gebruikt in combinatie met
een PI 320/350/400/500 of een PI PLASMA bij robot-
installaties en bij andere gevallen waarbij koude
draadaanvoerunits nodig zijn.
Hoewel er meerdere units op de PI kunnen worden
aangesloten, kan er maar één unit tegelijkertijd actief
zijn.
De CWF Multi communiceert via een CAN-interface
met de PI en is via een kabel met een lengte tot wel
15 meter op het achterpaneel van de PI aangesloten.
Voorafgaand aan gebruik moet de CFW unit een
uniek identificatienummer toegewezen krijgen (zie
het menu voor speciale instellingen). Tegelijkertijd
moet de PI-machine ook worden ingesteld voor
een actieve CWF unit (zie de instructiehandleiding
van de PI).
Parametersymbolen
Symbolen die weergegeven worden bij de
geselecteerde parameter.
Draadaanvoermotor
Als de motor voor de draadaanvoer
voorwaarts of achterwaarts loopt, zal de
relevante LED oplichten.
Digitale display
Op het digitale display wordt de waarde van de in te
stellen parameter weergegeven. De meeteenheid voor
de betreffende parameter wordt aan de rechterkant
van het digitale display weergegeven.
Downloaded from
www.Manualslib.com
BESTURINGSUNIT
Besturingsknop
Alle parameters worden met behulp van de
besturingsknop ingesteld.
manuals search engine
Parameterselectie
Een parameter kan via de relatieve druktoets onder de
betreffende sectie worden geselecteerd. Een helder
licht geeft aan dat de parameter is geselecteerd.
Draadaanvoersnelheid
Variabel 0,20-5m/min.
Instellen van de draadaanvoersnelheid.
Opslag van programmaparameters
Met deze functie kunnen 20 verschilende
programma's (zoals veel gebruikte draad-
instellingen) worden opgeslagen en kan bij gewijzigde
waarden van het ene complete programma worden
overgeschakeld naar het andere. Door het indrukken
van de knop, toont het display een "P" en een
nummer: "1", "2" etc. Ieder nummer bevat een
programma met alle parameters en functies van de
CWF. Om het programma te kunnen openen, moet de
CWF uitgeschakeld zijn (OFF).
Tijdens normaal gebruik kunnen de programma's voor
CWF rechtstreeks vanuit het bedieningspaneel in de
PI worden geselecteerd. Het is daarom mogelijk om
een aantal CWF-programma's te synchroniseren met
de verschillende lasprogramma's van de PI.
Bij aanvang van het lassen informeert de PI de
betreffende CWF unit over het programma dat
gebruikt gaat worden.
CWF moet ingeschakeld zijn (ON).
Resetten van lasprogramma's
De CWF moet uitgeschakeld zijn (OFF). Zodra het
benodigde programma is geselecteerd, moet de
druktoets worden ingedrukt totdat het
programmanummer begint te knipperen. De druktoets
kan daarna weer worden losgelaten. Alle parameters
voor het geselecteerde programma zijn afgesteld op
de fabrieksinstellingen.
Achterwaartse draadinvoer
Deze functie wordt gebruikt voor achter-
waartse draadinvoer. De geselecteerde
invoersnelheid is voor alle programma's gelijk.
Variabel 0,2-5 m/min.
Voorwaartse draadinvoer
Deze functie wordt gebruikt voor voorwaartse
draadinvoer. De geselecteerde invoer-
snelheid is voor alle programma's gelijk.
Variabel 0,2-5 m/min.
Draadaanvoerproces tijdens TIG-lassen
De druktoets moet worden ingedrukt totdat de
gevraagde parameter in de tabel wordt
ingeschakeld.
21
-