Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

PANSAM A077020 Bedienungsanleitung Mit Garantiekarte Seite 40

Ölkompressor
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für A077020:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 42
losgekoppeld, worden via een leiding aangesloten op de contactor de as en
invulleiding van de luchtresten leeggemaakt.
Bij aanzuigen van de lucht (werk met toebehoren) en dus bij het leegmaken
van de tank naar het op de fabriek ingestelde minimum (ca. 5,5 bar) wordt
de drukschakelaar weer ingeschakeld en begint de compressoreenheid lucht
in de tank te drukken. De compressiecyclus begint opnieuw.
De hierboven omschreven werking is van toepassing wanneer de AAN-knop
in de AAN-positie staat (of aangeduid door I of AAN). De gebruiker kan
uiteraard de compressiecyclus op elk moment onderbreken ongeacht de
druk in de tank (zelfs als deze het ingestelde maximum van 8 bar niet
bereikt). Om de werking te stoppen, moet de aan/uit-knop in de UIT stand
worden ingedrukt (of gemarkeerd met O of UIT) - zie afbeelding 5).
Voor de veiligheid van de gebruiker, indien de drukschakelaar niet zou
werken, is de compressor voorzien van een veiligheidsklep (klep met een
cirkel aan de rechterkant van de manometer-T-stuk, zie afb. 6, pos. D).
LET OP
STEL NOOIT DE DRUKSCHAKELAAR AF EN
VERANDER NOOIT ZIJN FABRIEKSINSTELLINGEN!
8.GEBRUIK VAN HET TOESTEL
Controleer vóór het begin van de werkzaamheden het oliepeil in de
compressoraandrijving. Gebruik hiervoor het kijkglas in de behuizing van het
aandrijfsysteem. Het oliepeil moet hoger zijn dan het centrale rode punt van
het kijkglas (afb. 4).
Te lage olie verhoogt de wrijving in de compressoraandrijving en kan tot
schade leiden.
Te hoog olieniveau kan
persluchtsysteem en in de tank leiden. Plaats de compressor op een stabiele
werkplaats (zie Toegelaten werkomstandigheden en Veiligheid bij gebruik)
en rol eventueel de verlengsnoer zo uit dat het niet hindert en geen
struikelgevaar oplevert. De compressor is uitgerust met twee manometers
(afb. 6) en twee aansluitstukken. De manometer gemarkeerd met B wijst op
de actuele druk in de tank. De koppeling van het toebehoren aan het
aansluitstuk onder die manometer betekent altijd werking met volledige
luchtstroom die zorgt voor maximale druk in de tank.
De manometer gemarkeerd met A wijst op de nominale druk (instelbaar)
door de gebruiker. Drukbereik is tussen 0-8 bar. Voor de afstelling van deze
druk is de draaiknop gemarkeerd met C bestemd. Door het draaien met C
draaiknop tegen de klok in wordt de druk op uitlaat (aansluitstuk onder de A
manometer) verlaagd en door het draaien van de knop met de klok mee
wordt de ingestelde druk verhoogd. Bij voorbeeld: stel de C knop af door
deze naar links te draaien met een drukwaarde van 2 bar en lees het van de
A manometer af. Op de uitlaat d.w.z. op het aansluitstuk onder A manometer
zal de lucht met een druk van 2 bar stromen. Neem in acht dat het werk met
volledige luchtstroom is enkel voor korte duur mogelijk. Hoe lager de druk
op de uitgang (d.i. ingezogen) hoe langer de effectieve werktijd. De
compressor moet blijven de tank te vullen om de ingestelde druk op de
uitgang te houden. Het kan gebeuren dat de ingestelde druk op de uitgang
te hoog is om lang werk van de compressor met deze druk te verzekeren.
Het werk moet worden gestopt dat de tank wordt gevuld.
Het vergrendelen van de met C knop ingestelde druk gebeurt door de rode
moer in de as van de knop te draaien en deze op de C knop te vergrendelen.
Naast de B manometer bevindt zich een veiligheidsklep gemarkeerd met D.
Zijn functie is ten eerste de beveiliging tegen eventuele storing van de
drukschakelaar en bij overschrijding van de druk in de tank van 8 bar laat de
klep D de lucht door en hiermee wordt de druk in de tank vermindert. Met de
klep kan ook de tank van de lucht worden leeggemaakt, alles bij aangesloten
compressor. Houd het wieltje bij de D klep en trek in de pijlrichting zoals op
de afb. 6. De lucht wordt van de tank verwijderd. Na het leegmaken van de
tank het wieltje loslaten en toelaten dat de klepveer het systeem opnieuw
sluit.
Beide aansluitstukken zijn geschikt voor snelle koppeling van het
gereedschap,
zonder
schroefdraad.
gereedschapsleiding in het aansluitstuk zodat het klikt. Elk gereedschap
wordt aangesloten bij van de lucht leeggemaakte tank.
Met de compressor en toegepast apparatuur kunnen volgende
operaties worden uitgevoerd:
* Reinigen met perslucht - blaaspistool met verschillende mondstukken
* Wassen met water, olie, enz. - waspistool
* Verfspuiten - spuitpistool
* Pompen van autobanden - pomppistool
Voor het aansluiten van apparatuur worden elastische slangen met
verschillende lengte gebruikt. Aanbevolen apparatuur wordt in het verdere
deel van de gebruiksaanwijzing omschreven.
9. LOPENDE ONDERHOUDSHANDELINGEN
LET OP
De lopende bedieningshandelingen dienen te worden
verricht bij losgekoppelde stekker, van de lucht leeggemaakte
tank en na afkoelen van het aandrijvingssysteem.
Controleer voor elk werk het oliepeil.
Vervang na eerste 100 werkuur de olie zoals op de afb. 7. Verwijder de
olievuldop om olie te vervangen (stap 1) en met de sleutel 24 voor
A077060 en met de sleutel 10 voor A077020/30 draai en verwijder het
kijkglas van het oliepeil (stap 2). Kantel de compressor zodat de olie van
het systeem aftapt (stap 3). Reinig van de olieresten op de plek waar de
tot
olielekkage in
het
Druk
het
uiteinde
van
de
schroef wordt losgedraaid en monteer opnieuw door deze met een sleutel
vast te draaien (stap 4).
Giet een nieuwe olie daar waar olievuldop wordt geïnstalleerd (stap 5). Bij
de compressor PANSAM wordt het aangeraden bij de compressoren olie
type – A531001 van de firma PANSAM of een andere van dezelfde
kwaliteit te gebruiken. Installeer de olievuldop. De compressorolie wordt
elke 500 werkuur vervangen (behalve eerste 100 werkuur). Volgens de
procedure hieronder. Het systeem bevat ongeveer 250 ml olie.
Indien de compressor geen 500 uur heeft gewerkt en het oliepeil
regelmatig gecontroleerd via het kijkglas op te lage stand wijst, giet dan de
olie zonder deze volledig te vervangen. Het juiste oliepeil is op de afb. 4
weergegeven. Controleer elke 120 werkuur de werking van de
veiligheidsklep (Afb. b, pos. D en beschrijving op de pag. 6) door ermee de
lucht van de tank af te voeren. Controleer regelmatig de luchtfilters op de
verontreiniging (afb. nr. 2) Gebruik van de compressor in de stoffige en
verontreinigde ruimtes vervuilt de luchtfilter en leidt tot overmatige slijtage
van de compressor. Reinig de filter telkens na 300 werkuur. Demonteer de
luchtfilter. Verwijderd het gedeelte met de schroefdraad van de klemmen
en neem de filterinzet (spons). De reiniging bij voorkeur met een perslucht
uitvoeren of met water spoelen, drogen en erop letten dat de natte niet mag
worden geïnstalleerd. Plaats een droge op de filterbehuizing en sluit met
de klemmen. Installeer opnieuw op de compressor. Vervang de filters met
de nieuwe afhankelijk van de gebruiksintensiteit van de compressor en bij
elke vervanging van de olie. Reinig de tank elke dag van het
condenswater. Voor reiniging van de waterrestanten is de afvoerklep
bestemd, weergegeven op de afb. 8. Na het van de lucht leegmaken van
de tank en het behouden van de druk van ca. 0,5 bar moet de moerkop van
de klep worden losgedraaid, zoals op de afb. 8 weergegeven. Door tegen
de klok in te draaien, open langzaam de klep om lucht en waterresten af te
tappen. Na de reiniging van het water moet de aftapklep opnieuw worden
dichtgedraaid. Draai nooit met de sleutel de inbusbout van het ventiel
boven de ribbel. Houd de compressor netjes, laat geen verontreiniging toe.
Onderhoud en reparaties moeten worden gepland en
uitgevoerd in overeenstemming met de regelgeving
afhankelijk van de locatie en gebruik van het apparaat. De
toezichthoudende autoriteiten kunnen de juiste documentatie
vereisen.
Aangeraden toebehoren:
Door PANSAM worden voor gebruik en voor werk met compressoren
volgende toebehoren aanbevolen:
A533082 - spiraal flexibele slang met snelkoppeling - lengte 15 m.
A533081 - spiraal flexibele slang met snelkoppeling – lengte 10 m.
A533080 - spiraal flexibele slang met snelkoppeling – lengte 5 m.
A 533070 - lakpistool onderaan
A533060 - lakpistool bovenaan
A533050 - pomppistool met manometer
A533040 - smeerpistolen (reinigingspistolen)
A533031 - blaaspistool lang
A533030 - blaaspistool kort
A533020 - 6-delige volledige set van toebehoren
A533010 - 5-delige volledige set van toebehoren
Houd er rekening mee dat tijdens het werk de hoeveelheid verbruikte lucht
afhankelijk van het type gereedschap is. Overmatig verbruik van lucht,
meer dan de mogelijkheid van het aandrijvingssysteem om de tank te
vullen, veroorzaakt de daling van de druk in het systeem en zijn waarde
verschijnt op het manometer.
10.DE STORINGEN ZELFSTANDIG VERWIJDEREN
PROBLEEM
OORZAAK
Aandrijfsysteem
De voedingskabel is
werkt niet
verkeerd aangesloten
of beschadigd.
Geen spanning in het
stopcontact
Schakelaar
beschadigd
Aandrijfsysteem
Te laag oliepeil
werkt ongelijkmatig,
Versleten zuiger in de
oververhit
cilinderbuis
Compressor
Te losse
produceert geluid,
aansluitingsstukken
trillingen
Te laag oliepeil
De druk in het
Luchtfilter vervuild
systeem neemt niet
Lekkage in de
koppeling
Oplossing
De stekker dieper in
het contact drukken,
de voedingskabel
controleren.
Controleer de
spanning in het
stopcontact,
controleer de
werking van de
zekering
'Vervang de
schakelaar'
Compressorolie
invullen
De zaagmachine
voor reparatie
opsturen
Afdekkappen
controleren -
vastdraaien,
controleer dat de
compressor stabiel is
geplaatst - corrigeer
Compressorolie
invullen
Luchtfilter reinigen

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

A077030A077060A077070

Inhaltsverzeichnis