Toshiba RAV-GM1101KRTP-E Installationshandbuch Seite 336

• Breng geen krassen aan op het binnenste
oppervlak van de knelkoppeling wanneer u
bramen verwijdert.
• Het toepassen van knelkoppelingen terwijl er
krassen zijn op het binnenste oppervlak van
de snelkoppeling zal lekkage van koelgas tot
gevolg hebben.
• Controleer dat het gedeelte dat met de
knelkoppeling is gemonteerd, niet is
beschadigd, vervormd of platgemaakt, en dat
er geen spaanders zijn achtergebleven of
andere problemen zijn, na het verwerken van
de knelkoppelingen.
• Breng geen olie van het koelmiddelsysteem
op het oppervlak van de snelkoppeling aan.
* Trek bij toepassing van een
snelkoppeling met een conventionele
ruimer het gereedschap ongev.
0,5 mm meer uit dan dat voor
R22, voor een aanpassing aan het
aangegeven formaat. De diameter
van de koperen leiding is nuttig om
de uitstekende leidinglengte aan te
passen.
De verbinding aandraaien
• Draai de verbinding niet te strak aan.
Afhankelijk van de omstandigheden kan de
moer erdoor barsten.
Buitendiameter van
koperen pijp
6,4 mm (dia.)
9,5 mm (dia.)
12,7 mm (dia.)
15,9 mm (dia.)
q Aandraaimoment voor getrompte
leidingverbindingen
Slechte aansluitingen kunnen naast gaslekken ook
storingen in het koelsysteem veroorzaken.
Lijn het middelpunt van de verbindingsleidingen uit
en span de flensmoer zo hard mogelijk aan met
uw vingers. Span de moer vervolgens aan met een
moersleutel en een momentsleutel zoals afgebeeld.
Gebruik een dubbele sleutel
23-NL
LET OP
A
LET OP
(Eenheid: N•m)
Aanspanmoment
14 tot 18 (1,4 tot 1,8 kgf•m)
33 tot 42 (3,3 tot 4,2 kgf•m)
50 tot 62 (5,0 tot 6,2 kgf•m)
68 tot 82 (6,8 tot 8,2 kgf•m)
VEREISTE
Als u de moer aandraait met een excessief
moment kan die barsten afhankelijk van de
installatieomstandigheden.
Draai de moer niet harder aan dan met het
voorgeschreven aandraaimoment.
Leidingen voor de buitenunit
• De vorm van de afsluitklep verschilt per
buitenunit.
Meer informatie over de installatie vindt u in de
installatiehandleiding van de buitenunit.
Thermische isolatie
Breng zowel op de gas- als de vloeistofleidingen
thermische isolatie aan. Aangezien zowel
de vloeistof- als de gasleidingen tijdens het
koelbedrijf koud worden, moet er voldoende
thermische isolatie worden aangebracht om
condensatie te voorkomen.
• Gebruik thermische isolatie voor de gasleiding
die bestand is tegen een hitte van 120 °C of
meer.
• De leidingaansluitsectie van de binnenunit moet
veilig en stevig tegen warmte worden geïsoleerd
met de bijgevoegde thermische isolatie.
Bevestigen met vinyltape
Thermische isolatie
(bijgevoegd)
VEREISTE
Breng de thermische isolatie zorgvuldig aan
op de leidingverbinding van de binnenunit tot
aan de basis, zonder de leiding bloot te laten.
(door blootliggende leidingen kan water gaan
druppelen.)
Luchtdichtheidstest/luchtaflaat,
enz.
Voor luchtdichtheidstest, luchtaflaat, toevoeging
van koelmiddel en gaslekcontrole moet u de
installatiehandleiding raadplegen die bij de
buitenunit is geleverd.
‒ 23 ‒
Installatiehandleiding
Leiding op locatie