Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Hach AS950 Grundfunktionen Seite 182

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 24
6. Wanneer de Flow Reading (flowmeting) is ingesteld op AUX-mA selecteert u een optie.
Opmerking: Om de instellingen van de AUX I/O-poort en de kalibratie van de analoge ingang naar de
fabriekswaarden te veranderen, drukt u op Restore Defaults (standaardwaarden herstellen).
Optie
Flow Unit
(floweenheid)
Waarde 4 mA
Waarde 20 mA
7. Wanneer Flow Reading (flowmeting) is ingesteld op AUX-mA, selecteert u Calibrate (kalibreren)
en volgt u de meldingen op het scherm.
Om 4 mA en 20 mA naar de AUX I/O-poort te leveren:
a. Sluit de universele hulpkabel met één connector aan op de AUX I/O-poort.
b. Sluit de oranje draad (analoge ingang) en blauwe draad (common) van de kabel aan op een
analoge signaalbron die 4 mA en 20 mA kan leveren.
Datalogging configureren
Configureer de hardware-instellingen voordat de datalogging wordt geconfigureerd.
Selecteer de metingen (bijv. pH en peil) die worden vastgelegd in het gegevenslogboek en hoe vaak
de metingen worden opgeslagen in het gegevenslogboek (registratie-interval). Selecteer maximaal
16 metingen. Metingen die kunnen worden vastgelegd worden geleverd door de:
• Controller
• Sensoren die op de sensorpoorten zijn aangesloten
• Sensoren die op de analoge ingang van de optionele IO9000-module zijn aangesloten
Opmerking: Een flowmeting die wordt geleverd door een externe flowmeter die direct is aangesloten op de AUX
I/O-poort kan niet worden vastgelegd.
Alleen de vastgelegde metingen:
• Worden weergegeven op het scherm Status en het scherm Meetgegevens (gegevenslogboek).
• Kunnen worden gebruikt om alarmen voor instelpunten te configureren.
• Kunnen worden gebruikt voor intervallen op basis van flow.
• Kunnen worden gebruikt om te regelen wanneer het monsternameprogramma start (of start en
stopt).
1. Druk op MENU.
2. Om sensoren te configureren die nog niet op de sampler zijn aangesloten, selecteert u de
toewijzingen voor de sensorpoorten. Selecteer Programming (programmeren)>Datalog
Programming (programmeren gegevenslogboek)>Change Port Assignments (toewijzigen poorten
wijzigen). Selecteer de sensoren die worden aangesloten op de poorten voor Sensor 1 en Sensor
2.
3. Selecteer als volgt een vast te leggen meting:
a. Selecteer Channel Logging (kanaalregistratie).
b. Selecteer de bron van de meting.
c. Selecteer de meting en druk op Check om de meting vast te leggen.
182 Nederlands
Beschrijving
Selecteert de floweenheden die op het display worden weergegeven. Opties: kubieke
3
meter (m
) per dag, uur, minuut of seconde; of liters (L) per dag, uur, minuut of
seconde.
Voert het flowvolume in dat overeenkomt met een invoer van 4 mA bij de AUX I/O-
poort.
Configureer de analoge uitgang (flowuitgangssignaal) van de flowmeter om dezelfde
flowwaarde te hebben voor 4 mA.
Voert het flowvolume in dat overeenkomt met een invoer van 20 mA bij de AUX I/O-
poort.
Configureer de analoge uitgang (flowuitgangssignaal) van de flowmeter om dezelfde
flowwaarde te hebben voor 20 mA.
L E T O P

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis