YATO YT-82380 Bedienungsanleitung Seite 86

NL
Instellen van de freesunitslag
De slag van de freesunit wordt gebruikt om de freesdiepte in te stellen. Zorg ervoor dat de slagvergrendelingshendel niet geblok-
keerd is en dat de behuizing van de bovenfrees vrij kan worden bewogen ten opzichte van de voet. Draai de vergrendelingsknop
van de dieptemeter los. Stel bij het draaien van de dieptemeterafsteller zijn positie (XII) in. De positie kan worden afgelezen in
het behuizingsvenster (XIII). De dieptemeter is ook uitgerust met een micrometerknop, waarmee de freesdiepte nauwkeurig kan
worden ingesteld door middel van een extra stang die uit de dieptemeter wordt getrokken. De rotatie van de knop is geschaald in
millimeters van de lengte van de verlengde stang. De dieptemeter is gebaseerd op een roterende bevestigingsplaat in de basis
(XIV). Het plaatje moet zo worden gedraaid dat de gewenste freesdiepte is ingesteld.
De behuizing van de bovenfrees in de onderste stand moet worden vergrendeld door de vergrendelingshendel met de klok mee
tot aan de aanslag te draaien.
Instelling van de rotatiesnelheid (XV)
De bovenfrees maakt een soepele snelheidsregeling mogelijk binnen het in de tabel met technische gegevens aangegeven
bereik. De snelheid wordt ingesteld met behulp van de draaiknop, hoe hoger het zichtbare getal, hoe hoger de snelheid. De ro-
tatiesnelheid moet worden gekozen op basis van het type materiaal dat moet worden bewerkt en de diameter van de frees. Hoe
kleiner de diameter van de frees en hoe harder het hout, hoe hoger de snelheid kan worden ingesteld. Houd er echter rekening
mee dat een te hoge snelheid het materiaal kan doen verbranden. Aanbevolen wordt om een proef uit te voeren op afvalmateriaal.
Waarschuwing! Wijzig de snelheidsinstelling niet terwijl het apparaat onder belasting draait.
Starten en stoppen van de bovenfrees
Voordat u de bovenfrees start, houdt u de bovenfrees met beide handen aan de handgrepen vast en zorgt u ervoor dat de boven-
frees niet in contact komt met welk voorwerp ook. De bovenfrees wordt gestart door de schakelaar in te drukken en ingedrukt te
houden. Houd de bovenfrees voor het begin van de werkzaamheden ca. 30 seconden aan de gang. Als er gedurende deze tijd
geen abnormale werksymptomen worden gedetecteerd, zoals verhoogde trillingen, meer lawaai, verdachte geur of rook van het
apparaat, kunt u beginnen met werken.
Het product wordt uitgeschakeld wanneer de druk op de schakelaar wordt opgeheven. Na het loslaten van de schakelaar kan de
frees nog enige tijd doordraaien. Wacht tot de bovenfrees volledig is gestopt voordat u het gereedschap wegzet.
De schakelaar is voorzien van een veiligheidsvergrendeling om onbedoeld starten te voorkomen. Voordat u op de schakelaar
drukt, houdt u de vergrendeling ingedrukt en vervolgens drukt u op de schakelaar. U hoeft de vergrendelknop niet langer ingedrukt
te houden.
Frezen (XVI)
De draairichting van de spindel wordt aangegeven door een pijl op de basis en op de behuizing. Het frezen moet voor bij extern
frezen tegen de wijzers in en bij intern frezen met de wijzers mee in worden uitgevoerd. Dit voorkomt dat de frees overspringt en
zorgt voor een goed freesresultaat.
De snelheid van de bovenfrees moet experimenteel worden gekozen, het wordt aanbevolen om op afval te testen dat van hetzelf-
de materiaal is gemaakt als het beoogde frezen. Hoe lager de snelheid van het verplaatsen, hoe beter het freesresultaat. Een te
lage snelheid kan er echter toe leiden dat het gefreesde oppervlak verbrandt en permanente sporen achterlaat op het oppervlak.
Parallel aan de rand frezen (XVII)
In het geval van dergelijk frezen wordt één van de randen van het te bewerken materiaal behandeld als referentielijn voor het
geleiden van de bovenfrees. De freesdiepte instellen, de parallelle freesgeleider in de gewenste positie zetten, de geleideplaat
tegen de rand van het werkstuk leggen en de bovenfrees zo verplaatsen dat de geleideplaat altijd over de gehele lengte op de
rand rust. Het snijspoor zal evenwijdig aan de rand lopen
Cirkelfrezen (XVIII)
Bij dit freesproces wordt het draaipunt gebruikt als het middelpunt van de cirkel die het spoor van de frees bepaalt. Stel de
freesdiepte in, zet de cirkelvormige freesgeleider in de gewenste positie en zet de geleidingsnaald op het punt dat het middelpunt
van de cirkel zal vormen. Maak, indien mogelijk, een kleine inkeping zodat het naaldblad beter ondersteund wordt. Verplaats de
bovenfrees vervolgens rond een cirkel waarvan de straal de afstand tussen de as van de pen en de as van de frees is.
Praktische tips voor het frezen
Tijdens het frezen moet de bovenfrees worden geleid door een soepele beweging met een gelijkmatige snelheid. Hoe soepeler
de geleiding, hoe hoger de freeskwaliteit.
Vermijd het raken van het werkstuk met een frees.
Laat de bovenfrees het ingestelde toerental bereiken en begin dan pas met frezen.
Als u door moet gaan met frezen. Voer de frees op volle snelheid in het spoor in. Dit voorkomt dat de snijplotter vastloopt in het
bewerkte matieriaal.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
86