HET APPARAAT GEBRUIKEN
Plaats de hoortoestellen en de neklus op uw cliënt.
Druk op de drukknop op het apparaat om het in te schakelen en via Bluetooth
verbinding te maken met de aanpassoftware.
Volg de op uw computer weergegeven aanpasprocedure.
Visuele indicatoren
In de volgende tabel worden de beschikbare LED's weergegeven en wordt uitgelegd
wat ze betekenen:
Voeding, batterijstatus, opladen en Bluetooth-koppeling (zie afbeelding 7):
LED
Betekenis
7.1
Het apparaat is ingeschakeld en de batterij is opgeladen
7.2
Het apparaat laadt op
7.3
De batterij is bijna leeg
7.4
De batterij is zo goed als leeg
7.5
Het apparaat bevindt zich in de koppelstand
7.6
Het apparaat is verbonden via Bluetooth (wordt alleen kort
weergegeven nadat het apparaat is verbonden)
Communicatie tussen hoortoestellen en het apparaat (zie afbeelding 7):
LED
Betekenis
7.7
Het apparaat communiceert met de hoortoestellen
55