Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Makita MLS100 Betriebsanleitung Seite 47

Kapp-und gehrungssäge
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MLS100:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 25
11.
Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals
tafelverlengingen, zaagbokken, enz. voor
een werkstuk dat breder of langer is dan het
bovenoppervlak van de tafel. Werkstukken die
breder of langer zijn dan de verstekzaagtafel, kun-
nen kantelen als ze niet goed worden ondersteunt.
Als het afgezaagde deel of het werkstuk kantelt,
kan het de onderste beschermkap optillen of wor-
den weggeworpen door het draaiende zaagblad.
12. Gebruik niet een andere persoon als ver-
vanging van een tafelverlenging of als extra
ondersteuning. Een instabiele ondersteuning van
het werkstuk kan ertoe leiden dat het zaagblad
vastloopt of het werkstuk verschuift tijdens het
zagen, waardoor u en de helper in het draaiende
zaagblad worden getrokken.
13. Het afgezaagde deel van het werkstuk mag op
geen enkele wijze tegen het draaiende zaagblad
bekneld raken of gedrukt worden. Indien opge-
sloten, d.w.z. bij gebruik van lengteaanslagen, kan
het afgezaagde deel tegen het zaagblad bekneld
raken en met kracht weggeworpen worden.
14. Gebruik altijd een klem of een bevestigings-
methode die bedoeld is om ronde werkstuk-
ken, zoals een staaf of buis, te ondersteunen.
Staven neigen te verrollen tijdens het zagen,
waardoor het zaagblad zich 'vastbijt' en het
werkstuk met uw hand in het zaagblad wordt
getrokken.
15. Laat het zaagblad de volle snelheid bereiken
voordat deze het werkstuk raakt. Dit verkleint de
kans dat het werkstuk wordt weggeworpen.
16. Als het werkstuk of zaagblad vastloopt, scha-
kelt u de verstekzaag uit. Wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en
trek de stekker uit het stopcontact en/of verwij-
der de accu. Verwijder daarna het vastgelopen
materiaal. Als u blijft zagen met een vastgelopen
zaagblad, kunt u de controle over de verstekzaag
verliezen of deze beschadigen.
17. Nadat u de zaagsnede hebt voltooid, laat u
de schakelaar los, blijft u de zaagkop omlaag
gedrukt houden en wacht u tot het zaagblad
stilstaat voordat u het afgezaagde deel verwij-
dert. Het is gevaarlijk om met uw hand in de buurt
van het nalopende zaagblad te reiken.
18. Houd het handvat stevig vast bij het maken van een
onvolledige zaagsnede en bij het loslaten van de
schakelaar voordat de zaagkop helemaal omlaag
is geduwd. Door het remeffect van het zaagblad kan
ertoe leiden dat de zaagkop plotseling omlaag getrok-
ken wordt, waardoor een kans op letsel ontstaat.
19. Gebruik uitsluitend een zaagblad met een dia-
meter zoals aangegeven op het gereedschap of
vermeld in de gebruiksaanwijzing. Het gebruik van
een zaagblad met een verkeerde afmeting, kan een
goede bescherming of werking van het zaagblad ver-
hinderen, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
20. Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd met
een toerental dat gelijk is aan of hoger is dan het
toerental dat is aangegeven op het gereedschap.
21. Gebruik de zaag niet voor het zagen van iets anders
dan hout, aluminium of soortgelijke materialen.
22. (Alleen voor Europese landen)
Gebruik altijd een zaagblad dat voldoet aan EN847-1.
Aanvullende instructies
1.
Houd de werkplaats kinderveilig met hangsloten.
2.
Ga nooit op het gereedschap staan. Er kan ernstig
letsel ontstaan als het gereedschap omvalt of als het
snij-/zaaggarnituur per ongeluk wordt aangeraakt.
3.
Laat het gereedschap nooit ingeschakeld
achter. Schakel de voeding uit. Laat het
gereedschap niet achter totdat het volledig tot
stilstand is gekomen.
4.
Gebruik de zaag niet zonder dat de
beschermkappen zijn aangebracht. Controleer
vóór elk gebruik of de beschermkap goed sluit.
Gebruik de zaag niet indien de beschermkap
niet goed beweegt en niet snel over het zaag-
blad sluit. Klem of bind de beschermkap nooit
in de geopende stand vast.
5.
Houd uw handen uit de buurt van het zaagblad.
Voorkom contact met het nog nadraaiende
zaagblad. Het kan nog steeds ernstig letsel
veroorzaken.
6.
Zet alle bewegende onderdelen vast alvorens
het gereedschap te dragen.
De aanslagpen die de zaagkop in de onderste
7.
stand vergrendelt, wordt alleen gebruikt voor
het dragen en opbergen van het gereedschap
en niet voor zaagbedieningen.
8.
Controleer vóór het gebruik het zaagblad zorgvuldig
op barsten of beschadiging. Vervang een gebarsten
of beschadigd zaagblad onmiddellijk. Gom of hars
dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt het
zaagblad en verhoogt de kans op terugslag. Houd
het zaagblad schoon door dit eerst van het gereed-
schap te demonteren en het vervolgens schoon te
maken met een schoonmaakmiddel voor gom en
hars, heet water of kerosine. Gebruik nooit benzine
om het zaagblad schoon te maken.
9.
Gebruik alleen flenzen die voor dit gereed-
schap zijn bestemd.
10. Pas op dat u de as, de flenzen (vooral hun
montagevlak) of de bout niet beschadigt.
Beschadiging van deze onderdelen kan zaag-
bladbreuk veroorzaken.
11.
Zorg dat het draaibaar voetstuk goed vast-
gezet is, zodat het tijdens het zagen niet kan
bewegen. Gebruik de gaten in het voetstuk
om de zaag te bevestigen op een stevig werk-
platform of een stevige werkbank. Gebruik het
gereedschap NOOIT wanneer de gebruiker in
een ongemakkelijke houding moet staan.
12. Zet de asblokkering in de vrije stand alvorens
de schakelaar in te drukken.
13. Zorg ervoor dat het zaagblad in zijn laagste
positie niet in aanraking komt met het draai-
baar voetstuk.
14. Houd het handvat stevig vast. Denk eraan dat
de zaag bij het starten en stoppen even op- en
neergaat.
15. Zorg dat het zaagblad bij het inschakelen niet
in contact is met het werkstuk.
16. Laat het gereedschap een tijdje draaien
alvorens het op het werkstuk te gebruiken.
Controleer op trillingen of schommelingen die
op onjuiste montage of op een slecht uitgeba-
lanceerd zaagblad kunnen wijzen.
47 NEDERLANDS

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis