Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Pioneer DJM-2000 Bedienungsanleitung Seite 130

Dj-mischpult
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für DJM-2000:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 60
INST FX
Dit effect verandert in overeenkomst met de [FILTER]-regelaars voor de afzonder-
lijke kanalen.
1
Druk op een van de [INST FX]-toetsen.
Hiermee kiest u het soort effect.
De ingedrukte toets gaat knipperen.
! Het zelfde effect wordt ingesteld voor [CH1] tot [CH4].
2
Draai aan de [FILTER]-regelknop.
Het effect wordt toegepast op elk kanaal waarvoor de knop werd ingedrukt.
Effectnaam
Beschrijving
Witte ruis geprodu-
ceerd binnenin dit
apparaat wordt samen-
NOISE
gemengd met het
geluid van het kanaal
via een filter en dan
weergegeven.
Verlaagt de toonhoogte
van het kanaal voor
ZIP
weergave.
Comprimeert het geluid
CRUSH
van het kanaal voor
weergave.
Voegt een "flanger"
JET
effect toe voor weer-
gave.
Geeft het geluid weer
via een hoogdoorlaat-
HPF
filter.
Geeft het geluid weer
LPF
via een laagdoorlaat-
filter.
 De uitwerking van het effectgeluid bijregelen
Draai aan de [PARAMETER]-regelknop.
Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te geprononceerder klinkt het
effect. Wanneer u de knop geheel naar links draait, is het effect minimaal.
BEAT EFFECT
Met deze functie kunt u onmiddellijk diverse effecten instellen volgens het tempo
(BPM = beats per minuut) van het op dat moment weergegeven muziekstuk.
[AUTO] licht op wanneer de BPM-meting staat ingesteld op
AUTO (TAP)
automatische werking.
1
[TAP] licht op bij gebruik van de handmatige invoerstand.
In de automatische stand wordt hier de automatisch geme-
ten BPM-waarde aangegeven.
Aanduiding van de BPM-
Wanneer de BPM-waarde niet gemeten kan worden, knip-
2
waarde (3 cijfers)
pert hier de laatst waargenomen BPM-waarde.
In de handmatige invoerstand wordt hier de handmatig
ingevoerde BPM-waarde getoond.
BPM
Deze blijft steeds verlicht.
3
Deze lichten op volgens de eenheden voor de verschillende
4
% (ms)
effecten.
1
Druk op [AUTO/TAP].
Kies de BPM-metingsstand.
— AUTO: De BPM-waarde wordt automatisch gemeten aan het inkomende
geluidssignaal. Bij inschakelen van dit apparaat geldt de AUTO-stand.
— TAP: De BPM-waarde wordt handmatig gekozen door te tikken op [TAP].
! Het BPM-meetbereik in de AUTO-stand loopt van 70 tot 180 BPM. Voor som-
mige muziekstukken kan de meting van het BPM-tempo niet altijd goed
lukken. Als het niet lukt, knippert de aanduiding van de BPM-waarde. In dat
geval voert u de BPM-waarde handmatig in met de [TAP]-toets.
2
Druk op een van de [CH SELECT]-toetsen.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
16
Nl
PARAMETER
FILTER (parameter 1)
(parameter 2)
Bepaalt de grensfre-
Regelt de geluids-
quentie voor het filter
sterkte van de witte
waardoor de witte ruis
ruis.
passeert.
Bepaalt de hoeveelheid
Regelt de balans tussen
waarmee de toon-
het oorspronkelijke
hoogte verlaagd moet
geluid en het effect-
worden.
geluid.
Bepaalt de compressie-
Hoe verder u de regel-
verhouding waarmee
knop naar rechts draait,
het inkomend geluid
des te geprononceerder
gecomprimeerd wordt.
klinkt het effect.
Hoe verder u de regel-
Regelt het "flanger"
knop naar rechts draait,
effect.
des te geprononceerder
klinkt het effect.
Hoe verder u de regel-
Bepaalt de grensfre-
knop naar rechts draait,
quentie voor het filter.
des te geprononceerder
klinkt het effect.
Hoe verder u de regel-
Bepaalt de grensfre-
knop naar rechts draait,
quentie voor het filter.
des te geprononceerder
klinkt het effect.
1
2
3
4
— [1] – [4]: Het effect wordt toegepast op het geluid van de kanalen [CH1]
– [CH4].
— [MIC]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het [MIC]-kanaal.
— [A], [B]: Het effect wordt toegepast op het geluid van de crossfader's [A]
linker- of [B] rechterkant.
— [M]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het [MASTER]-kanaal.
3
Druk op een van de [EFFECT SELECT]-toetsen.
Hiermee kiest u het soort effect.
! Een overzicht van de soorten effecten vindt u op Soorten BEAT EFFECT op
bladzijde 22.
! Als er [SEND/RETURN] is gekozen, zie dan Gebruik van een externe effectgene-
rator hieronder.
4
Druk op een van de beat-toetsen.
Hiermee kiest u de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
De effecttijd die overeenkomt met de beat-fractie wordt automatisch ingesteld.
! De beat-fractie kan worden aangepast door aan [TIME] te draaien terwijl u de
beat-toets ingedrukt houdt.
5
Druk op [ON/ OFF].
Het effect wordt toegepast op het geluid.
De tijdparameter van het effect is instelbaar door te draaien aan de [TIME]-
regelaar.
De sterkteparameter van het effect is instelbaar door te draaien aan de [LEVEL/
DEPTH]-regelaar.
[ON/ OFF] knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.
! Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/ OFF] drukt.
 Handmatig invoeren van het aantal BPM
Tik de [TAP]-toets tenminste tweemaal met een vinger kort aan
(kwartsmaat) in de maat met het spelende geluid.
De gemiddelde waarde van de tussenpozen waarmee de [TAP]-toets is aangetikt,
wordt ingesteld als het BPM-tempo.
! Wanneer het BPM-tempo is ingesteld met de [TAP]-toets, wordt de beatfrac-
tie ingesteld op 1/1 en dan wordt de tijd van een enkele beat (een kwart noot)
ingesteld als de effecttijd.
! Het BPM-tempo is handmatig instelbaar door een de [TIME]-knop te draaien
terwijl u de [TAP]-toets indrukt.
! Het BPM-tempo is handmatig instelbaar door indrukken van de beat-toets
terwijl u de [TAP]-toets indrukt.
! De BPM-waarde is instelbaar in eenheden van 0,1 door aan [TIME] te draaien
terwijl u [TAP] en [AUTO/TAP] indrukt.
 Bijregelen van de hoeveelheid effect voor toepassing op
de diverse frequentiebanden
Draai aan de [EFFECT FREQUENCY (HI, MID, LOW)]-regelknop.
Zie Soorten BEAT EFFECT op bladzijde 22 voor de effectparameters die u kunt
instellen met de verschillende regelaars.
 Gebruik van een externe effectgenerator
1
Sluit dit apparaat aan op een externe effectgenerator.
[SEND/RETURN] licht op.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van uitgangs-
aansluitingen op bladzijde 7.
! [SEND/RETURN] licht niet op waneer er niets is aangesloten op de [RETURN]-
aansluiting.
2
Druk op een van de [CH SELECT]-toetsen.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
3
Druk op [SEND/RETURN].
[SEND/RETURN] knippert.
4
Druk op [ON/ OFF].
Het geluid dat door de externe effectgenerator is gegaan wordt uitgestuurd.
! Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/ OFF] drukt.
! Als de [SEND/RETURN]-verbinding wordt verbroken wanneer [RETURN] aan
is, dooft [ON/ OFF] en wordt er [DELAY] gekozen onder [EFFECT SELECT].
Gebruik van de MIDI-functies
 Bediening van de DJ-software
De DJM-2000 geeft ook de bedieningsgegevens voor de toetsen en knoppen door
in het MIDI-formaat. Door via een USB-kabel een computer met ingebouwde
MIDI-geschikte DJ-software aan te sluiten, kunt u de DJ-software bedienen via
dit apparaat.
Installeer van tevoren de DJ-software op uw computer. Maak bovendien de
nodige audio- en MIDI-instellingen voor de DJ-software.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis