Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Geavanceerde Bedieningsfuncties - Pioneer DJM-2000 Bedienungsanleitung

Dj-mischpult
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für DJM-2000:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 60

Geavanceerde bedieningsfuncties

Omtrent PRO DJ LINK
Wanneer een PRO DJ LINK-compatibele Pioneer DJ-speler (een CDJ-2000, CDJ-
900, enz.), een computer met het rekordbox-programma en dit apparaat onderling
worden verbonden met LAN-kabels, kunt u de volgende PRO DJ LINK-functies
gebruiken.
Nadere bijzonderheden over de PRO DJ LINK-functie vindt u tevens in de
gebruiksaanwijzing van de DJ-speler en de bedieningsaanwijzingen voor
rekordbox.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van ingangs-
aansluitingen op bladzijde 7.
! Er kunnen tot vier DJ-spelers worden aangesloten. Er kunnen tot twee compu-
ters worden aangesloten.
! Sluit de DJ-speler(s) aan op de [LINK]-aansluiting ([CH1] tot [CH4]) met het-
zelfde nummer als het kanaal waarop de audiosnoeren zijn aangesloten.
! Sluit de computer(s) aan op de [COMPUTER 1] of [COMPUTER 2]-aansluiting.
 SD & USB Export
rekordbox-muziekbestanden en beheergegevens op SD-geheugenkaarten/ USB-
apparaten aangesloten op een CDJ-2000, CDJ-900 e.d. kunnen worden overge-
bracht tussen DJ-spelers.
 rekordbox LINK Export
Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden en beheergegevens direct
overbrengen, zonder dat het nodig is de gegevens eerst te exporteren naar een
SD-geheugenkaart/ USB-apparaat.
 LIVE SAMPLER
Het geluid dat binnenkomt via de [MIC]-aansluiting of dat wort uitgestuurd via
de [MASTER]-aansluitingen kan worden gesampled en afgespeeld met een
DJ-speler.
 LINK MONITOR
Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden die zijn opgeslagen op de
computer vlot controleren via een hoofdtelefoon.
 STATUS INFORMATION
Deze functie geeft aan de DJ-spelers de status van het aangesloten kanaal door
(on-air status, kanaalnummer, enz.).
FREQUENCY MIX
De huidige weergegeven muziek wordt in zeven frequentiebanden gesplitst en
grafisch afgebeeld. De schuifregelaars van het aanraakpaneel bieden een dui-
delijk overzicht voor het mengen van twee kanalen of het verwisselen van instru-
menten (delen).
Deze lichten op wanneer de DJ-spelers goed zijn aangeslo-
LINK
1
ten op de [LINK]-aansluitingen.
Deze lichten op wanneer de fader-startfunctie wordt inge-
FS
2
schakeld.
Kanaaltoewijzings-
Hiermee kiest u de kanalen voor het mengen.
3
toetsen
Het ingangsvolume voor deze functie wordt aangegeven in
Aanduiding volume-
een lichte kleur, terwijl het uitgangsvolume van de functie in
4
niveau
een donkere kleur wordt getoond.
14
Nl
5
6
 Voor mengen van [CH2] en [CH3]:
Stel dit apparaat van tevoren zo in dat het geluid van [CH3] wordt weergegeven
via de [MASTER]-aansluitingen.
1
[CH2] en [CH 3] op [THRU].
! Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]-schakelaars van de te mengen
! Bij gebruik van de crossfader-regelaar is het aanbevolen die in de middenpo-
2
Het [FREQUENCY MIX]-scherm wordt aangegeven in het aanraakpaneel.
3
de linkerkant of [CH3] voor de rechterkant.
De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het spelende
geluid van [CH3] worden aangegeven in de rechterhelft van het aanraakpaneel.
4
Alle aanraakfader-regelaars worden naar de uiterste rechterkant geschoven.
5
Hiermee schakelt u het effect in.
[ON/ OFF] knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.
6
De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het spelende
geluid van [CH2] worden aangegeven in de linkerhelft van het aanraakpaneel.
7
Het geluid van de frequentiebanden waarvan de crossfader-regelaars zijn ver-
schoven, wordt gemengd en weergegeven.
! Het effect stopt wanneer u nogmaals op [ON/ OFF] drukt.
! Om over te schakelen van de [FREQUENCY MIX] naar de [SIDECHAIN REMIX]-
SIDECHAIN REMIX
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u het geluid van de gekozen frequentie-
band voor het gekozen kanaal gebruiken als trigger voor de toepassing van effec-
ten op het geluid van de andere kanalen.
1
2
3
4
5
1
2
3
4
6
5
6
7
8
9
a
Hiermee regelt u de volumebalans van de te mengen kana-
Aanraak-fader
len in de afzonderlijke frequentiebanden.
Hiermee worden de aanraakfader-regelaars ineens direct
<< >>
naar de uiterste linker- of rechterkant geschoven.
Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]-schakelaars voor
kanalen op [THRU].
sitie te zetten.
Druk op [MIX].
Druk op de kanaaltoewijzingstoetsen om [CH2] te kiezen voor
Druk op al de [ >> ]-toetsen.
Druk op [ON/ OFF].
Schuif de kanaalfader-regelaar voor [CH2] naar achteren toe.
Schuif de aanraakfader naar de linkerkant.
stand, drukt u eerst op de [ON/ OFF]-toets om het effect uit te schakelen en
dan drukt u op [REMIX].
1
2
3
4
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
CH
Deze bevat de parametergegevens voor het effect (de plaats
HOLD
waar het bedieningsvlak werd aangeraakt).
EFFECT
Hiermee kiest u het soort effect.
Gebruik deze om de hoeveelheid toegevoegd effect te
LEVEL/ DEPTH
regelen.
Hiermee sluit u het [TRIGGER] menu.
EXIT
TRIGGER (SAMPLING/
Hiermee opent u het [TRIGGER] menu.
TRIGGER)
Gebruik deze om de frequentieband te kiezen die u als "trig-
TRIGGER BAND
ger" wilt gebruiken.
Bedieningsvlak
Gebruik deze om de parameters van het effect bij te stellen.
TRIGGER CH (SAM-
Hiermee kiest u het kanaal dat als effect-trigger moet
PLING/ TRIGGER CH)
dienen.
Deze knipperen volgens het automatisch waargenomen
Trigger-indicators
ritme voor de verschillende frequentiebanden.
5
6
7
8
9
a

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis