Desoutter 115DFL Bedienungsanleitung Seite 60

Part no 6159948693
Issue no 3
Series no A
Date 2015-07
Page 60
– Stel de stabilisator af op de werklast (zie de sectie "De werklast
aanpassen").
De kabellengte aanpassen
De stabilisator wordt vanaf de fabriek geleverd met een lange
kabel, zodat de lengte van elke kabel kan worden aangepast aan
de omstandigheden ter plaatse. De kabellengte wordt aangepast
met de kabelwig (7). Na het langer of korten maken van de kabel,
moet het vrije kabeluiteinde worden samengedrukt met de
meegeleverde ring (8) (of met een klem in overeenstemming met
DIN 3093 punt 1 tot 3); het uitstekende kabeluiteinde moet
vervolgens verzonken worden afgesneden.
A
De afstand tussen de kabelklem (6) en de kabelwig (7) moet
minimaal 100 mm zijn.
De hanger afstellen
De fijnafstelling van de hanger is mogelijk om te verzekeren dat
de kabel en de cilinder niet snel verslijten. Aan dit uiteinde, pas
de ophanghaak samen met de wigbout af zodat de stabilisator
ongeveer horizontaal is ten opzichte van het werkvlak.
De haakafstand die links boven de huisgroef moet worden
behouden, dient voor de verschillende lastbereiken als volgt te
zijn, met betrekking tot de gespecificeerde maximale belasting
(fabrieksinstelling):
615 805 028 0 = ong. 1 mm
615 805 029 0 = ong. 1 mm
615 805 030 0 = ong. 1 mm
615 805 031 0 = ong. 1 mm
615 805 032 0 = ong. 1 mm
615 805 033 0 = ong. 1 mm
615 805 034 0 = ong. 1 mm
615 805 035 0 = ong. 1 mm
Ga als volgt te werk: Maak de klemschroeven (3) van de hanger
los, verplaats vervolgens de hanger , span vervolgens opnieuw de
klemschroeven (3) aan.
Aanpassen van de werklast
De stabilisator werd in de fabriek ingesteld op de maximum
toegelaten belasting voor dit type/model.
– Na het bevestigen van de belasting, plaats een dopsleutel/sleutel
van maat 19 op de schroef zonder einde (9) draai vervolgens
de sleutel in de richting van het "-" symbool totdat het gewicht
van de zwevende werkbelasting precies wordt geneutraliseerd.
– Bij het instellen van de minimum belasting, zorgt u ervoor dat
de kabel nooit niet langer is dan 1,5 m, anders kan de
breukbeveiliging worden geactiveerd. Als het
beveiligingsmechanisme reeds werd geactiveerd, breng de veer
opnieuw onder spanner door ze zo ver mogelijk in de richting
"+" te bewegen (de veer is nu volledig op geblokkeerd), stel
vervolgens opnieuw de spanning af naar de werkbelasting door
de schroef zonder einde (9) in de "-" richting te draaien.
– Span de veer niet teveel aan om vernieling van de veer te
voorkomen! Een volledige veerontspanning is enkel toegelaten
als er geen belasting is op aangesloten!
– Er zijn oneindig veel belastingafstellingen mogelijk binnen het
belastingsbereik van de stabilisator (raadpleeg het naamplaatje
(1) voor meer informatie). Om af te stellen op een lichtere
werkbelasting, draai de schroef zonder einde (9) in de "-"
richting, voor zwaardere belasting draai hem in de "+" richting.
Merk op dat de stabilisator niet mag worden gebruikt buiten
het werkbereik dat op het naamplaatje wordt aangegeven!
NL
De manuele cilindervergrendeling mag nooit worden gebruikt
voor belastingvervanging!
Kabelbuffer / kabelverlenging instellen
De kabelbuffer kan eenvoudig worden verplaatst door de flexibele
kabelbuffer en de kabelklem te verplaatsen. De kabelklem dient
na elke verplaatsing te worden vastgezet.
A
WAARSCHUWING: De maximale kabelverlenging mag niet
worden overschreden (zelfs niet met een verlengkabel).
Cilindervergrendeling
De cilindervergrendeling (10) laat u toe om de cilinder te
vergrendelen zodat u de kabel kunt vervangen, zonder de veer te
ontspannen (raadpleeg de beschrijving in De kabel vervangen).
Onderhoud
Onderhoud/inspectie
De stabilisator moet continu worden onderhouden. Zowel de
externe bewegende onderdelen als de wrijvingspunten van de
ophanging en de veerhaak moeten gesmeerd worden. Voor het
onderhoud van de kabel, raden wij aan een niet-bijtend vet te
gebruiken omdat dit de gebruiksduur van de kabel aanzienlijk
verlengt.
De ophanging, de veiligheidsketting, de veerhaak en de kabel
moeten doorlopend worden bewaakt en dienen ten minste eenmaal
per jaar te worden gecontroleerd door een hiertoe bevoegd persoon.
Indien beschadiging (zoals gebroken draden, uitstulpingen,
afgevlakte plekken of schuurplekken) worden aangetroffen op de
kabel, of wanneer een van de hiervoor genoemde onderdelen
aanzienlijke slijtage vertoont, moet de stabilisator onmiddellijk
buiten gebruik gesteld en vervangen worden. Indien de kabel, de
veer of andere onderdelen van de stabilisator vervangen moeten
worden, zijn voorgemonteerde vervangingssets beschikbaar.
Onderhoud
De volgende gedeeltes refereren exclusief aan onze
voorgemonteerde vervangingssets: kabel, veer & kabelcilinder,
behuizing en ophanging. Gebruik voor vervanging uitsluitend
authentieke reserveonderdelen.
Wanneer een van de hiervoor genoemde onderdelen wordt
vervangen, dient u altijd de meegeleverde bedieningsinstructies
te volgen.
De kabel vervangen
Het is op deze stabilisator mogelijk om de kabel te vervangen
zonder de veer uit te schakelen en het apparaat te ontmantelen.
De set met vervangingsonderdelen "kabel, compleet" bestaat
uit de kabel met een klem die op de kabelkoppeling is gedrukt,
een afzonderlijk verpakt messing aansluitstuk, de kabelbuffer met
een rubberen bal en een kabelklem, zowel als een voorgemonteerde
kabelkrachtdop met een kabelwig en ring die op het vrije
kabeleinde wordt gedrukt na het langer of korter maken van de
kabel (los meegeleverd).
Trek de kabel zover mogelijk uit de behuizing. (De
kabelkoppeling is zichtbaar in het onderste deel van de opening
in de behuizing). Vergrendel de kabelcilinder door de borgpen te
draaien (de pen met de verlengde sleuf op de kleine diameter van
de behuizing wordt ingedrukt met een schroevendraaier en kan in
deze positie, naar keuze, 90° naar links of naar rechts worden
gedraaid).
A
Zorg dat de kabelcilinder goed vergrendeld is. Door de
kabelcilinder te ontgrendelen wanneer er geen last aan het