Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Foutopsporing; Algemeen - Jacobsen AR522 Handbuch Für Vertriebspartner

Sichelmäher
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für AR522:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

6

FOUTOPSPORING

6
FOUTOPSPORING
6.1

ALGEMEEN ______________________________________________________________

Onderstaande foutopsporingstabel vermeldt basisproblemen die zich kunnen voordoen tijdens start-up en werking. Voor meer
gedetailleerde informatie betreffende de hydraulische en elektrische systemen kunt u het beste contact opnemen met de
Jacobsen Dealer in uw gebied.
Symptomen
Motor start niet.
Motor start moeilijk of
loopt slecht.
Motor stopt.
Oververhitting van de
motor.
Accu verliest
spanning.
Acculampje brandt.
Maaidekken
werken
ongelijkmatig.
nl-22
Mogelijke oorzaken
1.
Parkeerrem niet aangetrokken,
tractiepedeaal niet in de neutraalstand, of
maaischakelaar in de AAN-stand.
2.
Time-out gloeibougie niet verstreken.
3.
Lage accuspanning of defecte accu.
4.
Brandstoftank leeg of vuil.
5.
Smeltveiligheid doorgeslagen.
6.
Defect relais.
7.
Neutraalschakelaar op tractiepedaal
verkeerd afgesteld of defect.
1.
Laag brandstofniveau, brandstof of
brandstoffilter vervuild.
2.
Vuil luchtfilter.
3.
Injectors, brandstofpomp.
4.
Motorprobleem.
1.
Brandstoftank leeg.
2.
Vergrendelsysteem niet geactiveerd vóór
het verlaten van de bestuurdersplaats.
1.
Laag koelvloeistofniveau.
2.
Luchtinlaat belemmerd.
3.
Waterpompriem gebroken of los.
1.
Losse of gecorrodeerde accuklemmen.
2.
Lage elektrolyt.
3.
Wisselstroomdynamoriem los of
gebroken.
4.
Laadsysteem defect.
1.
Maaihoogte niet juist aangepast.
2.
Motortoerental te laag.
3.
Maaisnelheid niet aangepast aan de
omstandigheden van de graszoden.
1.
Controleer back-up systeem van de bestuurder en de
opstartprocedure.
2.
Stel de contactschakelaar terug en laat de time-out van
de gloeibougie verstrijken voordat de motor wordt
aangeslingerd.
3.
Inspecteer de conditie van de accu en de
accuverbindingen.
4.
Vullen met verse brandstof. Vervang het brandstof-
filter. Ontlucht de brandstofleidingen.
5.
Vervang de smeltveiligheid.
6.
Relais testen en vervangen.
7.
Schakelaar bijstellen of vervangen.
1.
Vullen met verse brandstof. Vervang het brandstoffilter.
Ontlucht de brandstofleidingen.
2.
Inspecteer en vervang het luchtfilter.
3.
Raadpleeg de motorhandleiding.
4.
Raadpleeg de motorhandleiding.
1.
Vullen met verse brandstof en brandstofleidingen ont-
luchten.
2.
Trek de parkeerrem aan en zet de maaischakelaar in
de UIT-stand.
1.
Inspecteren en koelmiddel bijvullen.
2.
Luchtinlaat radiateur schoonmaken.
3.
Riem aanspannen of vervangen.
1.
Klemmen inspecteren en schoonmaken.
2.
Bijvullen tot juist niveau.
3.
Riem aanspannen of vervangen.
4.
Raadpleeg motorhandleiding.
1.
Controleer de aanpassing van de maaihoogte. Plaats
hetzelfde aantal afstandshouders onder elke behuizing
op alle spillen.
2.
Controleer motorsnelheid. Laat de motor met 'volgas'
lopen.
3.
Pas de maaisnelheid aan voor de beste manier van
maaien.
Actie

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis