Afstellingen Algemeen; Maaisnelheid; Riem - Jacobsen AR522 Handbuch Für Vertriebspartner

5 Afstellingen
5.1 ALGEMEEN_______________________________________________________________
!
WAARSCHUWING
Laat om verwondingen te voorkomen de werktuigen
zakken, schakel alle aandrijvingen uit, schakel de
parkeerrem in, stop de motor en verwijder het
contactsleuteltje voordat u enige afstellingen of
onderhoud aan de machine maakt.
Zorg dat de maaier op een stevige en vlakke
ondergrond is geparkeerd. Werk nooit op een maaier
die alleen door een jack wordt ondersteund. Gebruik
altijd jackstandaards.
Als alleen de voorkant of achterkant van de maaier is
opgekrikt, moet u klossen voor en achter de wielen
plaatsen die niet zijn opgekrikt.
5.2

MAAISNELHEID ___________________________________________________________

De knipkwaliteit is beter bij snelheden die duidelijk onder de
transportsnelheid van de maaier liggen. De fabrieksinstelling
van 8-10 km/u is bevredigend
maaiomstandigheden, maar het is mogelijk dat plaatselijke
condities een andere snelheid vereisen.
Om de maaisnelheid te regelen, dient de contramoer (A) te
worden gelost en de stopschroef te worden bijgesteld:
omhoog voor het verminderen en omlaag voor het
vermeerderen van de snelheid. Draai de moer weer vast om
de nieuwe positie te handhaven.
5.3

RIEM ____________________________________________________________________

Een nieuwe riem moet na de eerste tien bedrijfsuren worden
geïnspecteerd en bijgesteld. Vervolgens na iedere 100
bedrijfsuren.
Regel de poelie van de wisselstroomdynamo zodanig dat de
riem onder een druk van 10 kg halverwege tussen de
poelies, 6-8 mm doorbuigt. Zie de Motorhandleiding.
Bij verkeerde spanning dienen de montagebouten (B) te
worden gelost om de wisselstroomdynamo te kunnen
verzetten tot de juiste riemspanning is bereikt.
onder de meeste
1. Afstellingen en onderhoud moeten altijd door een
gekwalificeerde technicus worden uitgevoerd. Als er
geen juiste afstelling kan worden gemaakt, neemt u
dan contact op met een bevoegde Jacobsendealer.
2. Vervang versleten of beschadigde onderdelen. Stel ze
niet af.
3. Lang haar, sieraden of loszittende kleding kunnen in
de draaiende onderdelen verstrikt raken.
!
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig om te voorkomen dat uw handen
en vingers tussen de bewegende en vaste onderdelen
van de machine raken.
4. Verander de instellingen van de regulateur niet en voer
de motor niet op.
A
AFSTELLINGEN
B
6 - 8 MM
5
LF002
Afb. 5A
LF012
Afb. 5B
nl-17