Maaihoogte - Jacobsen AR522 Handbuch Für Vertriebspartner

5 AFSTELLINGEN
5.8

MAAIHOOGTE ____________________________________________________________

Maaihoogte voor dekken kan worden aangepast van 19 tot
133 mm met intervallen van 6 mm. De eigenlijke maaihoogte
kan afhankelijk van de toestand van de graszoden en andere
factoren iets van de gegeven hoogten verschillen.
LET OP
Bij het maaien van golvende delen kunnen lagere
maaihoogten kale stukken veroorzaken. Pas de hoogte
aan om schade aan de graszoden te voorkomen.
1. Parkeer de maaier op een platte, gelijke ondergrond.
Laat de maaieenheden helemaal naar beneden zakken.
Plaats blokken onder de dekbehuizingen zodat ze aan
alle kanten ondersteund zijn.
!
WAARSCHUWING
Om ernstige verwondingen te voorkomen moet u het dek
volledig naar beneden laten zakken totdat het volledig op
de voorste askanteling en de achterste roller rust. Dit
voorkomt dat het per ongeluk naar beneden zakt bij het
maken van aanpassingen. Schakel alle aandrijvingen uit,
schakel de parkeerrem in, schakel de motor uit en
verwijder het contactsleuteltje.
2. Raadpleeg het bijgeleverde schema voor de gewenste
maaihoogte.
!
VOORZICHTIG
Gebruik de juiste heftechnieken wanneer u het
dekhuis opheft of laat zakken. Het samenstel van het
dekhuis weegt ongeveer 23 kg.
3. Om de maaihoogte te verlagen, verwijdert u alle drie
snapslotpinnen (A). Til de buitenste spilas (B) licht op
en verwijder de 13 mm afstandshouders (D) en / of de
6 mm afstandshouder (E) een voor een van de bodem,
totdat de gewenste hoogte is verkregen. Verwijder
voorzichtig de blokken en laat het dekhuis (C) zakken.
Plaats de overgebleven afstandshouders aan de
bovenkant van de spil en bevestig de snapslotpinnen.
Onderlegring (F) moet altijd bovenop, onder de
snapslotpin.
4. Om de maaihoogte te verhogen, verwijdert u alle drie
snapslotpinnen (A). Til het dekhuis (C) voorzichtig op
tot boven de gewenste maaihoogte en ondersteun met
blokken. Plaats 13 mm afstandshouders (D) en / of de
6 mm afstandshouder (E) zoals vereist, totdat de
gewenste hoogte is verkregen. Laat het dekhuis
zakken. Plaats de overgebleven afstandshouders aan
de bovenkant van
snapslotpinnen. Onderlegring (F) moet altijd bovenop,
onder de snapslotpin.
nl-20
de spil en bevestig
Voor de beste maaikwaliteit dient u altijd hetzelfde
aantal afstandshouders te plaatsen onder elke
behuizing op alle drie de spillen. Stel alle dekken op
dezelfde maaihoogte af.
Maai- Afstandhouders
hoogte van 13 mm
(mm) onder de
maaierbehuizing
0
19
0
25
1
31
1
37
2
43
2
50
3
56
3
62
4
68
4
75
5
81
5
87
6
93
6
100
7
106
7
112
8
118
de
8
125
9
133
LET OP
C
Afstandhouders
van 13 mm Afstands-
boven de maai-
erbehuizing
9 Boven dekhuis
9 Onder dekhuis
8 Boven dekhuis
8 Onder dekhuis
7 Boven dekhuis
7 Onder dekhuis
6 Boven dekhuis
6 Onder dekhuis
5 Boven dekhuis
5 Onder dekhuis
4 Boven dekhuis
4 Onder dekhuis
3 Boven dekhuis
3 Onder dekhuis
2 Boven dekhuis
2 Onder dekhuis
1 Boven dekhuis
1 Onder dekhuis
0 Boven dekhuis
A
F
D
B
D
E
Afb. 5F
6 mm
houder
locatie