Wij adviseren de levensmiddelen
als volgt in te ruimen:
Afb. 1
Koelruimte A
S Op de legroosters/plateaus (2) in de
koelruimte (van boven naar beneden):
brood en gebak, klaargemaakte
gerechten, zuivelproducten, vlees en
worst
S In de groentelade (5): groente, sla, fruit
S In de deur (8) (van boven naar
beneden): boter, kaas, eieren, tubes,
kleine flesjes
S In het flessenvak (9): grote flessen
Koelruimte B
S Bovenste lade (6): levensmiddelen om
in te vriezen en ijsblokjes maken
S Onderste lade: bewaren van
ingevroren levensmiddelen
Netto inhoud
De gegevens over de netto inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. 5
Uitvoering van
de koelruimte
De legroosters/plateaus in de koelruimte
en de vakken in de deur kunnen indien
nodig verplaatst worden:
legrooster/plateau naar voren trekken, iets
laten zakken en zijdelings eruit zwenken.
Afb. 6
Vakken in de deur iets optillen en eruit
halen. Afb. 7
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte
gebruiken
S Voor het opslaan van
diepvriesproducten.
S Om ijsblokjes te maken.
S Om levensmiddelen in te vriezen.
Let erop dat de deur van het vriesvak
goed gesloten is! Bij een open deur
ontdooien de diepvrieswaren. In de
diepvriesruimte vormt zich veel ijs.
Bovendien: energieverspilling door
te hoog stroomverbruik!
nl
55