Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bijzondere Aanwijzingen; Gepompte Vloeistoffen; Elektromagnetische Compatibiliteit (Emc); Beheer - DAB Evoplus small Installationsanweisung Und Wartung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 55
NL
NEDERLANDS

1. BIJZONDERE AANWIJZINGEN

Controleer of het product geen schade heeft opgelopen die te wijten is
aan het transport of de opslag. Controleer of het externe omhulsel onbe-
schadigd en in optimale conditie is.
Alvorens ingrepen te verrichten op het elektrische of mechanische
gedeelte van de installatie, moet altijd eerst de netspanning worden
uitgeschakeld. Wacht tot de indicatielampjes op het bedieningspaneel
uitgaan, alvorens het apparaat zelf te openen. De condensator van het
tussencircuit blijft ook na de uitschakeling van de netspanning belast
met gevaarlijke hoogspanning.
Alleen stevig bedrade netaansluitingen zijn toegestaan. Het apparaat
moet worden geaard (IEC 536 klasse 1, NEC en andere toepasselijke
normen).
Netklemmen en motorklemmen kunnen ook bij stilstaande motor gevaar-
lijke spanning bevatten.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet hij worden vervangen door de
technische assistentiedienst of door gekwalificeerd personeel, om elk
risico te vermijden.

2. GEPOMPTE VLOEISTOFFEN

De machine is ontworpen en gebouwd voor het pompen van water, zonder explosieve
stoffen en vaste deeltjes of vezels, met een dichtheid van 1000 kg/m³, kinematische
viscositeit van 1mm²/s en vloeistoffen die chemisch niet agressief zijn. Er mag glycolethy-
leen worden gebruikt in een percentage van niet meer da 30%.

3. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)

De EVOPLUS SMALL circulatiepompen voldoen aan de norm EN 61800-3, in de catego-
rie C2, voor wat betreft de elektromagnetische compatibiliteit.
- Elektromagnetische emissies – Industriële omgeving (in enkele gevallen kunnen
beheersmaatregelen vereist zijn).
- Geleide emissies – Industriële omgeving (in enkele gevallen kunnen beheers-
maatregelen vereist zijn).

4. BEHEER

4.1 Opslag

Alle circulatiepompen moeten worden opgeslagen in een overdekte, droge ruimte met
37
een zo mogelijk constante luchtvochtigheid, en zonder trillingen en stof. Ze worden
geleverd in hun originele verpakking, waarin ze moeten blijven tot op het moment van
installatie. Is dit niet het geval, dan moeten de aanzuig- en persleiding zorgvuldig worden
afgesloten.

4.2 Transport

Voorkom dat er gestoten of gebotst wordt tegen de producten. Gebruik de standaard
geleverde pallet (indien voorzien) voor het heffen en transporteren van de circulatiepomp.

4.3 Gewicht

Op de sticker op de verpakking staat het totale gewicht van de circulatiepomp vermeld.

5. INSTALLATIE

Volg de aanbevelingen in dit hoofdstuk voor een correcte elektrische, hydraulische en
mechanische installatie nauwgezet op.
Verzeker u ervan dat de nominale spanning en frequentie die
vermeld staan op het plaatje van de EVOPLUS SMALL circulatie-
pomp overeenstemmen met de kenmerken van het voedingsnet.

5.1 Installatie en onderhoud van de circulatiepomp

Monteer de EVOPLUS SMALL circulatiepomp altijd met de mo-
toras in horizontale positie. Monteer de elektronische besturing-
seenheid in verticale positie (zie Afbeelding 1)
- De circulatiepomp kan op zowel de pers- als de retourleiding in verwarmings- en
airconditioningsystemen worden geïnstalleerd; de pijl op het pomphuis geeft de stro-
mingsrichting aan.
- Installeer de circulatiepomp zo mogelijk boven het minimumniveau van de verwarmingsketel,
en zo ver mogelijk van bochten, ellebogen en aftakkingen.
- Om de controle- en onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken moet een afsluiter wor-
den aangebracht op zowel op de aanzuig- als op de persleiding.
- Alvorens de circulatiepomp te installeren is een grondige reiniging van het systeem met alleen
water op 80°C nodig. Tap het systeem vervolgens volledig af, om elke eventuele schadelijke
stof die in circulatie geraakt is, te elimineren.
- Voer de montage zo uit dat vallende druppels op de motor en op de elektronische besturing-
seenheid worden vermeden, zowel in de installatie- als in de onderhoudsfase.
- Meng het circulerende water niet met additieven die afgeleid zijn van koolwaterstoffen en
aromatische producten. Antivriesmiddel mag, waar nodig, worden toegevoegd in een hoe-
veelheid van maximaal 30%.
- Gebruik in het geval van isolatie (thermische isolering) de speciale kit (indien meegeleverd)
en verzeker u ervan dat de condensafvoergaten van de motorkast niet afgesloten of gedeel-

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis