Sundstrom SR 200 Gebrauchsanleitung Seite 69

2.3.1 Deeltjesfilters
Het Sundström deeltjesfilter stopt en houd stofdeeltjes
vast in het filtermateriaal. Als de hoeveelheid opgevangen
verontreinigingen in het medium toeneemt, neemt ook
de weerstand bij het ademhalen toe. Vervang het filter na
2 – 4 weken of eerder als de weerstand bij het ademhalen
merkbaar wordt. Filters zijn verbruiksmaterialen met een
beperkte gebruiksduur. Een filter dat is blootgesteld aan
druk- of slagbelastingen of met zichtbare beschadigingen
moet direct vernietigd worden.
2.3.2 Gasfilters
Elk gasfilter is ontworpen voor ademhalingsbescherming
tegen specifieke verontreinigingen. Een gasfilter absor-
beert en/of adsorbeert specifieke dampen en gassen uit
een verontreinigde atmosfeer. Dit proces gaat door, tot de
absorberende stof verzadigd raakt en de verontreiniging
er doorheen kan dringen.
We raden aan het gasfilter/gecombineerd filter te ver-
vangen op basis van de resultaten van metingen op de
werklocatie. Als dit onmogelijk is, vervang dan het filter
iedere week of eerder als u de verontreinigingen kunt
ruiken of proeven of u andere klachten krijgt.
Een filter dat is blootgesteld aan druk- of slagbelastingen
of met zichtbare beschadigingen moet direct vernietigd
worden.
2.3.3 Gecombineerde filters
In omgevingen waar zowel gassen als stofdeeltjes voor-
komen, zoals bij lakspuiten, moeten gas- en deeltjesfilter
worden gecombineerd.
• Plaats het deeltjesfilter bovenop de filterpatroon. Grijp
om beide beschermende elementen.
• Knijp ze hard tegen elkaar tot u het deeltjesfilter hoort
vastklikken op het gasfilter. Fig. 1a.
• Plaats een voorfilter in de voorfilterhouder.
• Klik de voorfilterhouder op het filter of de filterpa-
troon.
Opmerking. Het deeltjesfilter kan altijd worden vastgeklikt
op het gasfilter, maar het gasfilter zal nooit vastklikken
op het deeltjesfilter. Het gasfilter wordt altijd in het stof-
masker geplaatst.
Opmerking. Deeltjesfilter SR 610 kan niet worden ge-
combineerd met een gasfilter.
Scheiden van het gecombineerde gas- en deel-
tjesfilter
• Plaats een munt in de ruimte tussen de onderste lip
van het deeltjesfilter en het smalle uitsteeksel aan de
zijkant van het gasfilter.
• Druk stevig en draai de munt, tot het filter eraf komt.
Fig 1b.
2.3.4 Voorfilter SR 221
Het Sundström voorfilter SR 221 is geen beschermend
element en kan nooit worden gebruikt als primaire
bescherming of als vervanging voor een deeltjesfilter.
Deze is ontworpen om te voorkomen dat stofoverlast het
filter bereikt. Dit verlengt de levensduur van het primaire
filter. De voorfilterhouder beschermt het hoofdfilter tegen
beschadigingen tijdens het gebruik.
2.4 Persluchtaansluiting/ventilatoreenheid
Bij gebruik van de SR 200 met persluchttoestel SR 307/
ventilador SR 500/SR 500 EX moet u de gebruiksaanwij-
zing voor de desbetreffende uitrusting in acht nemen.
3. Opzetten/afzetten
3.1 Het filter monteren in een masker
• Controleer of u het juiste filter hebt geselecteerd en
dat de houdbaarheidsdatum niet is overschreden. (Is
vermeld op het filter en is geldig, mits de filterverpak-
king niet geopend is.)
• Controleer of het juiste filter in intact is en goed geïn-
stalleerd is.
• Monteer het filter/gecombineerd filter in het masker,
daarbij moeten de pijlen op het filter in de richting
van het gezicht van de gebruiker wijzen. Controleer
voorzichtig of de rand van het filter rondom in de groef
van de filterbevestiging ligt.
• Monteer voorfilter SR 221 in de voorfilterhouder en
druk deze in positie op het filter.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van het betref-
fende filter.
3.2 Inspectie vóór gebruik
• Controleer of het masker compleet, correct samen-
gebouwd en grondig gereinigd is.
• Controleer de maskerromp, membranen, klepzit-
tingen en het hoofdharnas op slijtage, insnijdingen,
ontbrekende onderdelen en andere defecten.
• Controleer of het juiste filter in intact en goed geïnstal-
leerd is.
3.3 Het masker opzetten
• Monteer het filter.
• Maak de vier elastische riemen losser door het naar
voren verplaatsen van de riembevestigingen en het
tegelijk trekken aan de riemen. Fig. 2.
• Maak de bovenste twee riemen losser door het openen
van de gespen.
• Beweeg het hoofdharnas omhoog, plaats uw kin in
het kinstuk van het gelaatsgedeelte en trek het harnas
over uw hoofd. Fig. 3.
• Span de elastische riemen per paar door het naar
achter trekken van de vrije uiteinden. Fig. 4.
• Pas de positie van het masker aan aan uw gezicht,
zodat het stevig, maar comfortabel zit.
• Stel de lengte van het bovenste riempaar af en zet
deze vast met de gespen.
3.4 Controleer pasvorm
Gebruik de meegeleverde luchtdichtheidstestschijf SR
322 voor het controleren of het masker goed afsluit.
• Plaats de schijf in de voorfilterhouder en monteer de
houder op het filter.
• Zet het masker op
• Haal diep adem en houd uw adem ca. 10 s vast.
Als het masker goed afsluit zal het tegen uw gezicht
worden gedrukt.
De testschijf is bedoeld voor gebruik tijdens het passen op
het gezicht onder testomstandigheden. De schijf mag niet
69