Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Carrier 40 DMC Installationsanweisung Seite 53

Kanalisierbares klimatisierungsgerät für deckenmontage
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 40 DMC:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 41
Montage
Plaats van opstelling
(Fig. 17-18)
• De 40DMC units zijn ontworpen voor kanaalaansluiting boven
een verlaagd plafond. Wordt de unit niet op een kanaal
aangesloten dan dient een beschermrooster in de
uitblaasopening te worden aangebracht volgens de plaatselijke
voorschriften
• Normaal gesproken wordt de unit gemonteerd op een hoogte van
minimaal 2,5 m boven de grond.
• Wanneer de unit echter is geconfigureerd voor luchtintrede aan de
achterkant, dan kan hij worden geïnstalleerd op een hoogte tussen
2,2 m en 2,5 m boven de grond. In dit geval moet een
aanzuigkanaal met een lengte van minimaal 250 mm worden
aangesloten.
Plaats de unit niet:
• In direct zonlicht.
• Te dicht bij een warmtebron.
• Aan vochtige wanden of op plaatsen waar gevaar bestaat voor
teveel vocht (wasruimten etc.).
• Waar gordijnen of meubels de luchtcirculatie kunnen belemmeren.
Aanbevelingen:
Hoe de unit ook wordt gemonteerd, er moet met de volgende punten
rekening worden gehouden:
• Montage- en onderhoudswerkzaamheden aan deze units mogen
alleen worden uitgevoerd door een STEK erkend installateur.
• De constructie moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de unit
te kunnen dragen.
• Kies een plaats waar voldoende vrije ruimte voor onderhoud en
luchtcirculatie mogelijk is (zie 'Benodigde vrije ruimte')
• Kies een plaats die vrij is van stof of andere veront-reinigingen
waardoor de batterij vervuild kan raken.
• In de gehele installatie moeten trillingdempers worden toegepast
om overdracht van geluid en trillingen te voorkomen.
• Kies een plaats waar de condensaatafvoer gemakkelijk kan worden
aangelegd.
Opmerking: Om het installeren te vergemakkelijken, is de boormal
op de verpakking van de machine afgebeeld.
MONTAGE VAN de unit
Belangrijk: de unit moet volledig waterpas hangen.
Breng 4 draadstangen (M8) aan op de juiste onderlinge afstand van
het plafond en het andere uiteinde door de openingen in de
ophangbeugels aan de zijkanten van de unit. Breng de
trillingdempers, de ringen en moeren op hun plaats en draai de
moeren goed vast totdat de unit goed vastzit en waterpas hangt.
Als er voldoende ruimte is kan er een rubber of neopreen isolatie
tussen het plafond en de unit worden aangebracht.
Breng hierna:
• het verlaagde plafond op zijn plaats;
• een verwijderbaar paneel aan, om later onderhoud te kunnen
plegen;
• in het verlaagde plafond roosters van de juiste afmetingen aan
voor aanzuiging van de retourlucht (Fig. 19).
Condensaatafvoer
Belangrijk: til de unit niet op aan de condensaatafvoerleiding.
Alle units hebben een ingebouwde condensaatafvoerbak met een
afvoeraansluiting van Ø 21 mm uitwendig (Fig. 20).
Daarop moet een condensaatafvoerleiding met sifon worden
aangesloten. Hierbij moeten de volgende aanwijzingen worden
opgevolgd:
• Gebruik een leiding van gegalvanseerd staal,koper of
PVC.Gebruik geen gewone tuinslang.
• Gebruik materiaal dat absoluut waterdicht is.
• Bij toepassing van onbuigzaam materiaal moet er een flexibele
koppeling in de afvoerleiding worden aangebracht om mogelijke
trillingen op te vangen.
• De afvoerleiding moet altijd lager liggen dan de aansluiting zelf en
moet op afschot worden gelegd om condensaatafvoer te
vergemakkelijken.
• Giet een paar liter water in de condensaatafvoerbak en controleer
of dit goed wegloopt. Is dat niet het geval, controleer dan het
afschot van de leiding en controleer op verstoppingen.
Configuratie van de aanzuiging
Belangrijk: dUnits met luchtintrede aan de achterzijde
(fabrieksconfiguratie) moeten worden gemonteerd op een
hoogte van minimaal 2,5 m boven de grond.
Bij het verlaten van de fabriek heeft de unit de luchtaanzuiging aan
de achterkant (Fg. 21). Luchtintrede aan de onderkant is mogelijk
door eenvoudig de panelen A en B te verwisselen (Fig. 22-23).
Neem de volgende maatregelen, om beschadiging van onderdelen
van de unit te vermijden: verwijder het filter (Fig. 24).
Alvorens het achterpaneel (A) te verwijderen moet de
condensaatafvoerleiding van zijn plaats worden gehaald door de
zijkanten licht in te drukken (Fig. 25).
Let er tijdens het plaatsen van het achterpaneel op dat de isolatie
van de leidingen niet worden beschadigd door de randen van de
panelen. Breng tenslotte het filter weer aan (Fig. 26).
Configuratie van de LUCHTUITTREDE
De Carrier 40DMC kan de lucht aan de voorkant of de zijkant
uitblazen.
Montage met luchtuittrede aan de voorkant
De standaard fabrieksconfiguratie is met voor luchtuittrede aan de
voorkant en aansluiting op rechthoekige kanalen (Fig. 27).
De unit kan geschikt gemaakt worden voor aansluitng op ronde
kanalen. Elk van de volgende configuraties is mogelijk met het
meegeleverde materiaal.
40DMC018, 024, 028, 036S (see fig. 28-29-30-31-32).
40DMC036, 052, 060 (see fig. 33-34-35-36-37-38-39).
Gebruik geen andere configuraties dan die hierboven worden
aangegeven, om te voorkomen dat de unit niet goed zal werken.
Vermijd vooral om de unit maar met één opening te laten werken
(Fig. 40).
Luchtuittrede aan de voorkant (rond)
De unit wordt geleverd met een voorpaneel, waarin ronde
openingen met een diameter van 8" zijn voorgestanst (Fig. 41).
Snijd, alvorens de voorgestanste openingen te doorbreken, het
isolatiemateriaal aan beide kanten van het paneel met een mesje
in. Zo kan het paneel gemakkelijker worden geopend, en wordt
voorkomen dat het isolatiemateriaal beschadigd wordt (Fig. 42).
Controleer, nadat de voorgestanste openingen zijn doorbroken, of
het isolatiemateriaal alle delen van het paneel bedekt (Fig. 43).
Breng, nadat de voorgestanste openingen zijn doorbroken, het
voorpaneel weer op zijn plaats. Met ook de bijgeleverde schroeven
(Fig. 44-45). Het gebied van het paneel dat kan worden gebruikt
voor aansluiting van de ronde flenzen met een diameter van 8" (niet
meegeleverd), wordt aangegeven op de afbeelding. Boor geen
gaten en breng geen schroeven aan in de op de afbeelding
aangegeven delen om te voorkomen dat de condensaatafvoerbak
beschadigd wordt (Fig. 46).
Luchtuittrede aan de zijkant
De unit kan ook in gangen worden gemonteerd. Hiervoor dienen de
twee ronde openingen in de zijkanten te worden gebruikt. Om de
unit voor dit type installatie geschikt te maken, moet het volgende
worden gedaan: Doorbreek de twee voorgestanste openingen in de
zijkanten van de unit (Fig. 47). Controleer daarna of het
isolatiemateriaal rondom de openingen het plaatstaal bedekt (Fig. 48).
40 DMC
51

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis