3M NANO-LOK 3500224 Benutzeranleitung Seite 121

3.0 INSTALLATIE
3.1 MONTEREN VAN HET HARNAS: Nano-Lok Edge SRL's hebben een koppelstuk voor het monteren van het volledige
lichaamsharnas net onder de D-ring op de rug. De werknemer kan dan het eind van de valstoplijn van de SRL verbinden aan
ankerpunten over de hele locatie Om de Nano-Lok Edge SRL aan een volledig lichaamsharnas te verbinden (zie afbeelding 11):
1. Maak ruimte bij de singelband van het harnas: Trek beide schouderbanden (A) uit, daar waar ze door
de onderkant van de D-ring op de rug lopen (B) tot er voldoende ruimte is om de vergrendelpen tussen de
schouderbanden en de rugvulling te schuiven.
2. Open het koppelstuk van het harnas: Druk de vergrendelingsknoppen (C) tegelijktijdig in en schuif de
vergrendelpen (D) naar buiten.
Beide vergrendelingsknoppen moeten volledig ingedrukt zijn om de vergrendelpen
i
naar buiten te kunnen schuiven. Om de vergrendelpen te openen de beide
vergrendelingsknoppen met de duimen stevig indrukken en tegelijkertijd aan de kop van de
vergrendelpen trekken met de wijsvinger.
3. Steek de vergrendelpen door de schouderbanden: Steek met de vergrendelingsknoppen (C) naar buiten en
vergrendelpen naar boven de uitgetrokken pen (D) van het harnas-koppelstuk (E) achter de bandriemen (A) en
sluit het harnas-koppelstuk. Trek de schouderbanden terug door de D-ring op de rug en de rugvulling om speling
te verwijderen.
4. Verbind de haak met de lusbanden rond de schouderbanden: Open de haak en lusbanden (F) onderaan de
schokbrekerset Sla de haak en lusbanden rond de schouderbanden en verzeker ze.
De rode band (G) aan het knopuiteinde van de vergrendelingspin van het harnas-koppelstuk
is zichtbaar als het harnas-koppelstuk ontgrendeld is. Zorg ervoor, om het per ongeluk
losgaan van de verbinding te voorkomen, dat het harnas-koppelstuk is vergrendeld (de rode
band is niet zichtbaar) voordat u het harnas en de ermee verbonden Nano-Lok Edge SRL
gebruikt. Nalatigheid kan letsel of de dood tot gevolg hebben.
Verbindingsband (P/N 3100184) kan worden gebruikt om de onderkant van de Nano-Lok
i
Edge Pack te verzekeren wanneer vorm van het harnas het gebruik van de geïntegreerde
haak en lusbanden onmogelijk maakt. Zie Bijlage A voor informatie over verbindingsbanden.
4.0 GEBRUIK
4.1 PLANNING: Plan uw valbeschermingssysteem voordat u begint. Let op alle zaken die uw veiligheid kunnen beïnvloeden vóór,
gedurende en na een val. Overweeg alle eisen en beperkingen die in sectie 2 zijn gedefi nieerd.
Breng geen veranderingen aan in deze uitrusting en gebruik de uitrusting niet opzettelijk
verkeerd. Raadpleeg Capital Safety wanneer u deze uitrusting gebruikt in combinatie met andere
componenten of subsystemen dan in deze handleiding worden beschreven. Sommige combinaties
van subsystemen en componenten kunnen de werking van deze uitrusting verstoren. Wees
voorzichtig wanneer u deze uitrusting gebruikt in de buurt van bewegende machines, bij mogelijke
elektrische of chemische gevaren, scherpe randen, of materiaal dat van boven op de valstoplijn kan
vallen. Lus de valstoplijn niet rond delen van een constructie. Alleen de WrapBax modellen mogen
gebruikt worden rond delebn van een constructie. Zie sectie 4.8) Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot niet-werkende uitrusting, ernstig letsel of de dood.
Neem contact op met uw dokter als uw conditie aanleiding geeft tot twijfel over uw fysieke
capaciteit om veilig de schok van een valstop te absorberen. Leeftijd en fysieke conditie beïnvloeden
de mate waarin een medewerker tegen een val kan sterk. Zwangere vrouwen of kinderen moeten
geen DBI-SALA Valstopapparaten gebruiken. Wanneer u deze waarschuwing niet opvolgt, kan dit
leiden tot ernstige verwonding of de dood.
4.2 BEDIENING: Inspecteer voor het gebruik, de SRL zoals beschreven in sectie 5.0. Afbeelding 12 geeft de
systeemverbindingen weer voor standaardtoepassingen van Nano-Lok Edge SRL. Verbind Nano-Lok SRL met de rugzijde
van een volledig lichaamsharnas volgens de instructies in sectie 3.1. Verbind de musketonhaak, karabijnhaak of WrapBax-
verbinding met een geschikte verankering. Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen.
(Zie sectie 2.16) Zorg ervoor dat de haken volledig gesloten en vergrendeld zijn. Eenmaal aangesloten kan de medewerker vrij
bewegen binnen de aanbevolen werkruimte. Als er een val plaatsvindt zal de SRL blokkeren en de val stoppen. Gebruik de SRL
niet meer na een redding. Laat de valstoplijn altijd gecontroleerd teruglopen, het apparaat in, als u met een SRL werkt.
Maak geen knopen in de valstoplijn. Voorkom dat de valstoplijn contact maakt met scherpe of
schurende oppervlakken. Inspecteer de valstoplijn regelmatig op sneden, rafels, brandplekken of
chemische schade. Vuil, verontreinigingen en water kunnen de diëlektrische eigenschappen van
de valstoplijn verlagen. Wees voorzichtig in de buurt van elektrische leidingen. Wanneer u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit leiden tot ernstige verwonding of de dood.
4.3 VERANKERING: Afbeelding 12 illustreert de karakteristieke Nano-lok Edge-verankeringsverbindingen. Kies een
verankeringspunt met minimaal vrij valgevaar en scheef valgevaar (zie sectie 2). Kies een vast ankerpunt die de statische
belasting gedefi nieerd in sectie 2.3 kan dragen. Als een bovenhoofdse verankering niet haalbaar is, kunnen Nano-Lok Edge
SRL's worden vastgemaakt onder het niveau van de D-ring op de rug van de gebruiker. Het ankerpunt moet zich niet meer
dan 1,52 m onder de D-ring op de rug bevinden. Zie afbeeldingen 3A, B en C
4.4 VALSPELING BEPALEN: Om de vereiste valspeling te bepalen, meet u de afstand tussen de rugverbinding van het harnas van
de gebruiker tot het ankerpunt van de SRL. Zowel horizontale als verticale afstand zijn van belang. Gebruik afbeelding 5 en 6 om
de vereiste valspeling te bepalen als het mogelijk is om ankers te gebruiken boven het werkgebied. Gebruik afbeelding 7 en 8 als
de enige mogelijkheid is om op voethoogte (werkhoogte) te verankeren. De stippellijntjes in de afbeeldingen geven stappen aan
van 0,3 m van de rugverbinding van het harnas van de gebruiker naar het anker. In afbeelding 5 bijvoorbeeld, is een afstand van
3,1 m vereist wanneer de SRL eenheid verankerd is 1 m boven en een m opzij van de rugverbinding van het harnas.
121