Voorzorgsmaatregelen; Werken Met De Printjet; Omgaan Met De Inktpatronen - Weidmuller PrintJet Handbuch

3.2 Voorzorgsmaatregelen

Houdt rekening met de hieronder vermelde aanwijzingen als u met de PrintJet werkt, inktpatronen plaatst/vervangt of een opstelplaats kiest.
Neem de volgende aanwijzingen in aanmerking:
A. Werken met de PrintJet
• Controleer regelmatig of de opdruk bestendig is tegen krassen en wissen.
• Steek uw hand niet in de PrintJet en raak niet de inktpatronen aan terwijl de printer loopt.
• Wordt de PrintJet op het stroomnet aangesloten (in Duitsland) dient men te waarborgen dat de elektrische installatie van het gebouw voor-
zien is van een overeenkomstige kortsluitingsbeveiliging.
• Verplaats de printkop nooit met de hand. De PrintJet kan daardoor worden beschadigd.
• Neem na het afdrukken de afgedrukte pagina's rechtstreeks uit de uitvoerbaan van de PrintJet.
• Schakel de PrintJet altijd met behulp van de aan/uit-netschakelaar op het bedieningsveld in of uit.
• Waarborg voor het transport van de PrintJet dat zich de printkop op de afdekpositie (helemaal rechts) bevindt is en dat de inktpatronen
juist geplaatst zijn.
B. Omgaan met de inktpatronen
• Niet gebruikte inktpatronen koel en droog opbergen.
• Laat een inktpatroon die op een koele plaats was opgeborgen, eerst opwarmen (min. 3 uur) tot kamertemperatuur voordat u het gebruikt.
• Plaats inktpatronen rechtstreeks na openen van de verpakking. Wordt de inktpatroon gedurende een langere periode voor het gebruik uit-
gepakt, dan kan dit leiden tot een verslechterde afdrukkwaliteit.
• Niet de groene IC-chip op de patroonzijde aanraken. Hierdoor kan de printerwerking alsook de afdrukresultaten worden belemmerd.
• Houdt de inktpatronen buiten het bereik van kinderen. Laat kinderen nooit alleen werken met inktpatronen. Let op dat kinderen geen inkt
drinken.
• Bij het ontdoen of vervangen van lege inktpatronen voorzichtig te werk gaan, omdat op de inkttoevoeropening inktresten aanwezig kunnen
zijn. Indien inkt in aanraking komt met uw huid, dan was de betreffende plekken grondig met water en zeep. Als u na het grondige afspoe-
len nog telkens slecht voelt of zichtproblemen hebt, dan dient u onmiddellijk een arts raad te plegen.
• Inktpatronen niet schudden. Anders kan inkt uittreden.
• Gebruik geen inktpatronen waarvan de houdbaarheidsdatum overschreden is (is op de verpakking afgedrukt). Om beste afdrukresultaten
te verkrijgen is het aanbevolen de inktpatronen binnen zes manden te verbruiken.
• Probeer niet een inktpatroon te openen of bij te vullen. Hierdoor kan de printkop worden beschadigd.
• De inktpatroon is voorzien van een IC-chip die een hele reeks patroonspecifieke gegevens bevat, b. v. informatie over de resterende ink-
thoeveelheid. U kunt dus zonder problemen de oude door een nieuwe inktpatroon vervangen. Elke keer als een nieuwe inktpatroon
geplaatst wordt, controleert de printer de inkthoeveelheid. Hierdoor wordt iets inkt verbruikt.
• Als u een inktpatroon verwijdert die u later wilt gebruiken, is het aan te bevelen de inkttoevoer tegen stof en vuil te beschermen en de
patroon vlakbij de PrintJet op te bergen. Houdt in rekening dat een ventiel in de inkttoevoeropening geplaatst is zodat geen extra afdekking
of sluitdop noodzakelijk is. Ga echter voorzichtig te werk met de patronen. Anders kunnen inktvlekken niet worden vermeden. In geen
geval de inkttoevoeropening van de patroon of het bereik rondom de inkttoevoeropening aanraken.
C. Opstelplaats van de PrintJet
• Plaats de PrintJet op een vlakke en stabiele onderlaag die aan alle zijden over het basisvlak van de PrintJet uitsteekt. De PrintJet werkt
niet goed, indien gekanteld of schuin geplaatst.
• Let op voldoende plaats in het gebied voor de uitvoer van de PrintJet daarmee de MultiCards ongehinderd kunnen worden uitgevoerd.
79