Controle Van Cpr-Prestaties; Ademhalingsparameters - laerdal Resusci Anne Gebrauchsanweisung

BD: 120 / 80 P: N 4
Als enkel systol. aangegeven wordt, zal enkel systol. veranderen,
maar diastol. zal minstens 10 mmHg onder systol. blijven.
BD: 120 / 80 P: N 4
Als enkel diastol. aangegeven wordt, zal enkel diastol. veranderen,
maar systol. zal minstens 10 mmHg boven systol. blijven.
De omhoog / omlaag navigatietoetsen dienen om de selectie te
veranderen.
De sneltoets PEA instellen stelt de BD in op 0/0. Met PEA herin-
stellen stelt u de BD opnieuw in op de waarde van voordat u PEA
instellen selecteerde.
Gebruik de sneltoetsen + / - om het volume of de Korotkoff-
geluiden rechtstreeks te wijzigen.
De sterkte van de polsslag wordt aangeven met P:N (normaal), P:Z
(zwak) of P:S (sterk)
BD-menu instellen:
stel bloeddruk in
systol. diastol. Vol interval polsslag
120 80 5 UIT normaal
– + –
Stel apnoe in BD
Gebruik de links / rechts navigatietoetsen om de functie te
selecteren. De systolische en diastolische BD kunt u aanpassen met
de omhoog / omlaag toetsen, de sneltoetsen BD +/- of rechtstreeks
invoeren met de cijfertoetsen. Als het actieve ritme VF of asystolie
is, kunt u de BD niet instellen.
Het volume kunt u aanpassen met de + / - of de omhoog / omlaag
sneltoetsen of rechtstreeks met de cijfertoetsen.
Het auscultatorische interval (Korotkoff-geluid verdwijnt in de loop
van fase II) kunt u met de omhoog / omlaag toetsen aan- en
uitzetten.
De sterkte van de polsslag kunt u met de omhoog / omlaag toetsen
aanpassen.

Controle van CPR-prestaties

Gebruik in het hoofdmenu de links /rechts navigatietoetsen om het
logfunctieveld bovenaan het scherm te selecteren. Druk op de
sneltoets CPR-stat om het overzicht van de CPR-prestaties in "real
time" te activeren.
05:24 Logging [Logname]
A: Sinus 80
L.long: Normaal
R.long: Normaal
geen wachtritme
Hart: Normaal
defib. actief
Stem: Hoesten
BP: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
Gebeurtenis reastat sla op
Met het overzicht van de CPR-statistieken kan de instructeur de
beademing, compressie en handen-af-tijd volgen. De waarden
worden om de 30 seconden automatisch bijgewerkt.
Als u op de sneltoets Bijwerken drukt, worden de waarden
bijgewerkt.
+
4
4
4
4
M
beademingen:
Correct: 26.7%
Gemiddeld volume: 98 cl
Compressies:
Correct: 28.4%
Gemiddeld tempo: 127/min
Niet aanraken:
Huidig: 3 sec Totaal: 21 sec

Ademhalingsparameters

00:00 Logging [Logname]
A: Sinus 80
L.long: Normaal
R.long: Normaal
geen wachtritme
Hart:
defib. actief
Stem:
BP: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 12
Stel apnoe in Set Modus
Gebruik in het hoofdscherm de links / rechts navigatietoetsen om
het functieveld geluiden te selecteren. Luchtwegobstructies, spon-
tane ademhaling, extra zuurstof en ademhalingsritme kunt u recht-
streeks instellen vanuit het hoofdmenu met de sneltoetsen onderaan
het scherm.
Ademhalingsritme instellen
Gebruik in het hoofdscherm de links / rechts navigatietoetsen om
het functieveld ademhaling te selecteren. Het ademhalingsritme kunt
u bijstellen met de sneltoetsen BR +/- met stappen van 5 tussen 0
en 60 ademhalingen per minuut. De gebruiker kan ook drukken op
OK in het menu voor instelling van ademhalingsparameters te
activeren. Hier kan de gebruiker het ademhalingsritme manueel
veranderen met cijfertoetsen en door op OK te drukken.
stel luchtwegparameters in
ademh. luchtweg: borstkas-
ritme: beweging
14
Open AAN
Stel apnoe in
Met apneu aan wordt het ademhalingsritme vanzelf 0. Met apneu
uit herstelt u het vorige ademhalingsritme weer.
Modus voor instelling van luchtwegobstructie
(open/dicht)
00:00 Logging [Logname]
A: Sinus 80
L.long: Normaal
R.long: Normaal
geen wachtritme
Hart:
defib. actief
Stem:
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 12
stel apneu in Set Modus
Gebruik in het hoofdmenu de navigatietoetsen links/rechts, selecteer
het functieveld ademhaling en druk op OK om naar het menu te
gaan voor de instelling van de luchtwegparameters.
91
Beginwaarden
4
4
Normaal 4
Hoesten 4
A
Set O
2
O
2
toegediend:
UIT
– +
BP
4
4
Normaal 4
Hoesten 4
A
Set O
2