In- / Uitschakelen Defibrillatie Instellen; Geluiden - laerdal Resusci Anne Gebrauchsanweisung

Wachtritme instellen
00:10 Logging [Log01]
A: Sinus 80 L.long: Normaal
R.long: Normaal
geen wachtritme
Hart: Normaal
defib. actief
Stem: Normaal
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
–
Extrasyst.
Gebruik in het hoofdmenu de links / rechts navigatietoetsen om het
ECG-functieveld te selecteren. Doorloop het menu tot "geen
wachtritme". Druk op OK om de selectie te wijzigen. Selecteer een
wachtritme op dezelfde manier als een actief ritme.
stel wachtritme in
0 geen
QRS
1 sinusritme
A
2 ventrikeltachycardie
ratio 80
3 zeer grove ventr.fib.
4 grove ventr.fib.
5 matige ventr.fib.
6 fijne ventr.fib.
Set PEA
A G
QRS
00:10 Logging [Log01]
A: Sinus 80 L.long: Normaal
R.long: Normaal
A> Grove VF
Hart: Normaal
defib. actief
Stem: Normaal
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
–
Activeer Parox
Extrasyst.
Zodra het wachtritme gekozen is, verschijnen er twee extra
sneltoetsen in het sneltoetsveld:
- "Activeer" activeert het wachtritme; het actieve ritme wordt
vervangen door het wachtritme.
- "Parox." activeert het wachtritme en verwisselt het wachtritme
en het actieve ritme.

In- / uitschakelen defibrillatie instellen

00:10 Logging [Log01]
L.long: Normaal
A> Grove VF
A: Sinus 80
R.long: Normaal
Hart: Normaal
defib. actief
Stem: Normaal
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
Activeer Parox
Wanneer u "Defib. Actief" selecteerde, wordt het wachtritme auto-
matisch geactiveerd en vervangt dat het actieve ritme zodra u de
oefenpop een schok toedient.
In- / uitschakelen wordt geselecteerd als u op OK drukt of op de
sneltoets met de aanduiding In- / uitschakelen.
4
4
4
4
M
+
HR
PEA
(BD=0)
– +
HR
4
4
4
4
M
+
HR
4
4
4
4
M

Geluiden

00:00 Logging [logname]
A: Sinus 80 L.long: Normaal
geen wachtritme
R.long: Normaal
Hart:
defib. actief
Stem:
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
hoesten Recall Set Bilat.
Gebruik in het hoofdmenu de links / rechts navigatietoetsen om het
functieveld voor geluiden te selecteren. Het volume van het
geselecteerde geluid kunt u rechtstreeks vanuit het hoofdmenu
instellen met de sneltoetsen - en +.
Het geselecteerde stemgeluid kunt u activeren met een sneltoets.
Wanneer "hoesten" het geselecteerde geluid is, verschijnt de
aanduiding Hoesten bij de toets.
De sneltoets recall activeert opnieuw het laatst geselecteerde geluid
voor het geselecteerde geluidstype.
Longgeluiden instellen
00:00 Logging [logname]
A: Sinus 80
L.long: Normaal
geen wachtritme
R.long: Normaal
Hart:
defib. actief
Stem:
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
hoesten Recall Set Unilat.
00:00 Logging [logname]
A: Sinus 80
L.long: Normaal
geen wachtritme
R.long: Normaal
Hart:
defib. actief
Stem:
BD: 120 / 80 P: N 4
ademh. ritme: 14
hoesten Recall Set Unilat.
Normaal worden de rechter- en linkerlonggeluiden samen
aangegeven, wat wil zeggen dat het geluid in de linker- en de
rechterlong hetzelfde is ingesteld (bilateraal).
Om de rechter- en linkergeluiden apart in te stellen, drukt u op de
sneltoets stel unilat.
Opmerking: Als u de geluiden later opnieuw op bilateraal instelt, wordt
het rechterlonggeluid voor beide longen gebruikt. Om een longgeluid te
veranderen, selecteert u dat geluid en drukt u op OK. Zo activeert u het
submenu voor geluidskeuze.
89
4
4
Normaal 4
Normaal 4
M
– +
4
4
Normaal 4
Normaal 4
M
– +
4
4
Normaal 4
Normaal 4
M
– +