Inhaltsverzeichnis
Werbung
7.13 HYDRAULIEKOLIEFILTERS __________________________________________________
Vervang beide hydrauliekoliefilters na de eerste 25
bedrijfsuren en vervolgens na iedere 250 bedrijfsuren.
1. Verwijder het oude filter.
2. Voorzie de pakking van een dun laagje olie en
installeer een nieuw filter.
a. Gebruik geen oliefiltersleutel en zet het filter
handvast.
b. Draai het filter een halve slag voorbij het eerste
contactmoment.
7.14 HULPSTARTKABELS _______________________________________________________
!
WAARSCHUWING
!
dampen zijn explosief, wat mogelijk kan leiden tot
een fatale afloop of ernstige verwonding. .
Accu's genereren explosieve gassen. Om een
ontploffing te voorkomen moet ieder apparaat dat
vonken of vlammen kan voortbrengen op veilige
afstand van de accu worden gehouden.
Alvorens aan een hulpstartprocedure te beginnen moet
de conditie van de ontladen accu worden gecontroleerd.
7.15 GELUIDDEMPER EN UITLAAT _______________________________________________
Ter bescherming tegen koolmonoxidevergiftiging moet
het volledige uitlaatsysteem regelmatig volledig worden
geïnspecteerd.
Koolmonoxide in de uitlaat-
GEVAAR
!
gassen kan bij inademing fataal
zijn.
Iedere bijstelling of reparatie die wordt uitgevoerd
terwijl de motor loopt moet worden gedaan in
een goed geventileerde omgeving.
Accuzuur
is
zeer
bijtend
en
de
TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS
3. Laat de motor vijf minuten laagstationair lopen, met
de hydrostatische pomp in de neutraalstand.
4. Controleer het hydrauliekoliepeil - zonodig olie
bijvullen.
5. Controleer op olielekkage rond het filter. Als er
sprake is van een lek, draai het filter dan niet verder
vast.
Zet
de
motor
oliefilterpakking, en het filterhuis, en zet het filter
daarna weer goed vast.
1. Zet de motor stil van het voertuig met de goede accu.
2. Sluit de RODE hulpstartkabel aan op de positieve
(+) pool van de goede accu en de positieve (+) pool
van de lege accu.
3. Verbind de ZWARTE hulpstartkabel vanaf de
negatieve (-) pool van de goede accu met het frame
van de tractor met de lege accu.
4. Start eerst de motor van het voertuig met de goede
accu en daarna die van de tractor.
1. Uitlaatgassen zijn kleurloos. Als u hierin of in het
geluid van de uitlaat een verandering waarneemt, zet
de motor dan onmiddellijk stil en herstel de oorzaak.
2. Zorg
ervoor
dat
vastzitten en niet zijn scheefgetrokken als gevolg
van ongelijkmatig aangedraaide bouten.
3. Een defecte uitlaat moet altijd worden vervangen.
ONDERHOUD
stil,
verwijder
en
reinig
de
uitlaatspruitstukken
de
goed
NL-19
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
