Achterhoofd en nek:
Houd het apparaat aan de onderzijde met
de duim vast. Met de andere vingers om-
klemt u de boven- en voorzijde van het ap-
paraat.
Zijkanten:
Houd het apparaat aan beide zijden vast.
Contouren:
Om de contouren (met name in de nek) te
scheren, draait u het apparaat om en
houdt u het loodrecht ten opzichte van het
huidoppervlak. Werk van boven naar be-
neden.
Houd het apparaat aan de bovenzijde met
de duim vast. Met de andere vingers om-
klemt u de achter- en onderzijde van het
apparaat.
91
NL