• Voor en na een operatie aan de cervicale wervelkolom
• Als voorzorgsmaatregel ter bescherming van de cervicale
wervelkolom bij traumapatiënten
TIPS VOOR MAATVOERING
• Stel in naar de gewenste hoogte die comfortabel past en waarmee de
gewenste behandelingsstand bereikt wordt.
• Het is aan te bevelen om patiënten vóór de operatie aan te meten,
om een goede pasvorm te garanderen.
– De maat van de nekkraag is na een operatie moeilijk te bepalen als
gevolg van verbanden en zwellingen.
• In plaats van de meegeleverde achterzijde mag ook de Occian
worden gebruikt.
AANWIJZINGEN VOOR HET AANLEGGEN (BIJ LIGGENDE OF
ZITTENDE PATIËNT)
1. Controleer of de voering de plastic randen bedekken en of de
borstbeenontlastknop in verticale stand staat, zoals aangegeven in
Afbeelding 1.
2. Verwijder alle kussens onder het hoofd van de patiënt. Zorg ervoor
dat de patiënt de armen langs het lichaam houdt, de schouders
omlaag en het hoofd in het midden.
3. Schuif de achterpaneel achter de nek van de patiënt en centreer deze.
Let op de markeringen voor de boven- en onderzijde van het paneel.
(Af beelding 2)
4. Schuif de voorzijde van de brace vanaf de borstkas naar boven tot
onder de kin, en leg de voorzijde van de kinsteun tegen de voorkant
van de kin van de patiënt. (Af beelding 3)
5. Stel de kraag af op basis van lengte van de nek. Houd, terwijl de
patiënt de kraag aan heeft of wanneer de kraag af is, de
hoogteverstelknop ingedrukt en beweeg handmatig de kinsteun
omhoog of omlaag ten opzichte van het borstbeen.
(Af beelding 4 en 5)
6. Wanneer de gewenste hoogte bereikt is, laat de hoogteverstelknop los
om de kin steun te vergrendelen.
7. Controleer of de kraag aan beide kanten de juiste hoogte heeft. Als de
hoogte niet gelijk is, drukt u opnieuw de hoogteverstelknop in en
corrigeert u de hoogte. De hoogte van de kraag kan zeer nauwkeurig
worden afgesteld, indien nodig.
8. Houd de voorzijde stevig vast en positioneer de zijkanten van de
voorzijde in de zijkanten van het achter paneel. Trek de klittenbanden
van de achterzijde naar de bevestigingsplaatsen aan de voorzijde.
Trek de klittenbanden om en om strakker aan, zodat beide uiteinden
even lang zijn. (Af beelding 6)
9. Indien verdere hoogteverstelling nodig is, houdt u opnieuw de
hoogteverstelknop ingedrukt en stelt u handmatig de juiste positie in.
Gebruik de hoogte indicatie markeringen om de juiste kraaghoogte
voor de patiënt te bepalen. (Af beelding 7)
10. Zodra de gewenste positie is bereikt, schakelt u de
patiëntvergrendeling in door de schakelaar boven de
hoogteverstelknop naar links te schuiven. (Af beelding 8)
11. De klittenbanden moeten symmetrisch op de bevestigingsplaats
worden aangebracht. Wanneer de nekkraag correct bij de patiënt is
aangebracht, moet er aan beide zijden op de bevestigingsplaats
gelijkmatig overtollig bandlengte aanwezig zijn. Knip de overtollige
bandlengte af en bevestig desgewenst herpositioneerbare Fit Tabs aan
Back
®
39