Accu en spanning
De accu kan niet worden geplaatst.
Gebruik bij het plaatsen van de accu de voorrand van de accu om de accu-uitwerphendel naar
•
de bovenkant van de camera te duwen (
Plaats de accu op de juiste wijze (
•
De accu-restladingsindicatie is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 91).
•
De afgebeelde resterende tijdsduur verschilt van de werkelijke tijdsduur. Verbruik de
•
acculading volledig en laad daarna de accu volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur juist is.
De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (
•
•
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 91). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
Laad de accu op (
•
U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 91).
•
De accu-aansluitpunten zijn vuil. Maak de accu-aansluitpunten schoon met een wattenstaafje
•
o.i.d. en laadt de accu op.
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 91). Vervang de accu door een nieuwe.
•
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Plaats de accu op de juiste wijze (
•
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (
•
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 91). Vervang de accu door een nieuwe.
•
De camera schakelt plotseling uit.
Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
•
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de weer
camera in (
stap 2 in "Lees dit eerst").
t
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (
•
t
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
stap 1 in "Lees dit eerst").
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
NL
77