Motorolie; Aanbevolen Olie; Controleren Van Het Oliepeil; Olie Verversen - Honda GX25 Bedienungsanleitung

MOTOROLIE

Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de
levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende
eigenschappen.

Aanbevolen olie

Zie afbeelding 3, pagina A-2.
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-
classificatie SJ of hoger (of een gelijkwaardige classificatie).
Controleer altijd of op het API-servicelabel op de flacon van de
olie de aanduiding SJ of hoger (of een gelijkwaardige
classificatie) staat vermeld.
Specificaties van smeerolie die nodig zijn om de prestaties van
het emissieregelingssysteem te handhaven: originele olie van
Honda.
SAE 10W-30 is voorgeschreven voor algemeen gebruik. Andere
viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving
binnen het aangeduide bereik ligt.

Controleren van het oliepeil

Zie afbeelding 4, pagina A-2.
Controleer het peil van de motorolie vóór elk gebruik of om de
10 bedrijfsuren bij continu gebruik.
Controleer het motoroliepeil terwijl de motor is afgezet en
horizontaal staat.
1. Verwijder de olievuldop/peilstok [1] en veeg deze schoon.
2. Steek de olievuldop/peilstok in de olievulhals zonder deze
vast te draaien en neem hem weer uit. Controleer vervolgens
het oliepeil dat op de peilstok wordt weergegeven.
3. Als het oliepeil op of onder de onderste markering op de
peilstok staat, vul dan olie bij tot aan de onderrand van de
olievulopening [2]. Gebruik olie van het aanbevolen type.
Plaats de motor horizontaal, zoals afgebeeld, om te
voorkomen dat u te veel of te weinig olie bijvult.
4. Breng de olievuldop/peilstok weer aan en draai deze stevig
vast.
Als de motor draait met een te laag oliepeil, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie (Distributor's Limited Warranty).

Olie verversen

Zie afbeelding 5, pagina A-2.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie
stroomt snel en gemakkelijk uit de motor.
1. Controleer of de tankdop [1] stevig is vastgedraaid.
2. Plaats een geschikte opvangbak onder de motor om de olie
op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop/peilstok en laat de olie uitstromen in
de opvangbak door de motor te kantelen in de richting van
de olievulhals [2].
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het
milieu geen schade toebrengt. We raden aan om de verbruikte
olie voor verdere verwerking in een afgesloten verpakking af te
leveren bij uw plaatselijk inzamelstation voor hergebruik. Gooi
de olie niet weg bij het huisvuil en giet deze niet op de grond of
in het riool.
4. Vul met de motor in horizontale stand de aanbevolen olie bij
tot aan de onderrand van de olievulopening.
Na aftappen blijft er nog enige olie in de motor achter. Vul
daarom in eerste instantie minder nieuwe olie bij dan de
vulhoeveelheid. Vul vervolgens langzaam voldoende olie bij
tot de onderkant van de olievulopening.
Vulhoeveelheid motorolie: GX25: 0,08 L
Als de motor met een te laag of te hoog oliepeil draait, kan er
motorschade ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt
door de dealergarantie (Distributor's Limited Warranty).
5. Plaats de olievuldop/peilstok terug en draai deze stevig vast.
Veeg eventueel gemorste olie zorgvuldig weg.

LUCHTFILTER

Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de
carburateur, waardoor de motor minder goed presteert. Als u de
motor in een erg stoffige omgeving gebruikt, reinig het
luchtfilterelement dan vaker dan staat aangegeven in het
ONDERHOUDSSCHEMA (zie pagina 4).
Als de motor draait zonder luchtfilterelement of met een
beschadigd luchtfilterelement, komt er vuil in de motor, wat snelle
slijtage van de motor veroorzaakt. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de dealergarantie (Distributor's Limited Warranty).
Inspectie (type met schuimrubberen luchtfilterelement)
Zie afbeelding 6, pagina A-2.
Druk op de sluitlip [1] aan de bovenzijde van het luchtfilterdeksel
en verwijder het deksel [2]. Inspecteer het luchtfilterelement [3].
Reinig of vervang het luchtfilterelement wanneer dit vervuild is.
Vervang een beschadigd luchtfilterelement altijd.
Plaats het filterelement en luchtfilterdeksel terug en sluit het
deksel goed.
Raadpleeg de onderstaande instructies voor reiniging van het
luchtfilter en het filterelement.
Reiniging (type met schuimrubberen luchtfilterelement)
Zie afbeelding 7, pagina A-3.
1. Reinig het filterelement in warm zeepsop, spoel het uit met
schoon water en laat het vervolgens goed drogen. Of reinig
in een niet-ontvlambaar oplosmiddel en laat vervolgens
drogen.
2. Drenk het filterelement in schone motorolie en knijp
vervolgens alle overtollige olie uit. Als er te veel olie in het
filterelement achterblijft, zal de motor bij de eerstvolgende
start veel rook afgeven.
3. Veeg het luchtfilterhuis en het filterdeksel met een vochtige
doek schoon. Let erop dat er geen vuil de carburateur
binnendringt.
4. Plaats het filterelement en luchtfilterdeksel terug en sluit het
deksel goed.
NEDERLANDS
GX35: 0,10 L
GX50: 0,13 L
5