4.4.
Omgevingstemperatuur
• Het apparaat kan worden gebruikt bij een om-
gevingstemperatuur van -10 °C tot +40 °C en
bij een relatieve luchtvochtigheid van minder
dan 95% (niet-condenserend).
• In uitgeschakelde toestand kan het apparaat
worden opgeslagen bij een temperatuur tus-
sen -20 °C en +50 °C.
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Bij grote schommelingen in temperatuur
of luchtvochtigheid kan er door conden-
satie vochtvorming optreden die kortslui-
ting kan veroorzaken.
Wacht nadat u het apparaat heeft ver-
voerd met de ingebruikname totdat
het apparaat zich aan de omgevings-
temperatuur heeft aangepast.
DE
FR
NL
67