Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Nice MORX Gebrauchsanleitungen Seite 114

Decoder for eds, edsi, etp
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MORX:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 74
Hoofdstuk 7 gaat over het systeem bestaand uit decoder + kaartlezer;
Elk hoofdstuk is onderverdeeld in twee aparte gedeeltes, die elkaars alternatief
vormen, zoals aangegeven in het volgende schema:
HOOFDSTUK 6 – systeem met 1 decoder + 1/2/3/4 codeklavieren
Gedeelte - 6.A – Programmering "EASY"
Gedeelte - 6.B – Programmering "PROFESSIONAL"
HOOFDSTUK 7 – systeem met 1 decoder + 1 transponderlezer
Gedeelte - 7.A – Programmering "EASY"
Gedeelte - 7.B – Programmering "PROFESSIONAL"
l Wat houdt de programmering "EASY" in: dit is een eenvoudige programmering
die slechts de basisprocedures omvat voor het opslaan en verwijderen van de co-
des of kaarten.
l Wat houdt de programmering "PROFESSIONAL" in: dit is een wat ingewik-
keldere programmering met vele functies, sommige specifiek en geschikt voor met
name bijzondere of professionele toepassingen. Met de procedures die bij deze pro-
grammering horen kunnen maximaal 255 codes of kaarten (het aantal kan variëren
afhankelijk van de geïnstalleerde geheugenkaart) in MORX worden opgeslagen.
l De verschillen tussen "Easy" en "Professional" zitten alleen in de programmerings-
fase en de verkregen prestaties; de verschillen in het gebruik zijn miniem.
l Alleen voor de codeklavieren EDS / EDSI – Raadpleeg voor de keuze van
de gewenste programmeermodus ("Easy" of "Professional") tevens Tabel 2: deze
toont hoe de beginkeuzes (aantal aangesloten codeklavieren –> adressering van
de codeklavieren –>) de daaropvolgende keuzes beïnvloedt (–> programmeermo-
dus –> aantal programmeerbare codes).
l De programmeermodi "Easy" en "Professional" vormen elkaars alterna-
tief: d.w.z. de keuze voor een van de twee modi moet worden gemaakt bij de pro-
grammering van de eerste code of eerste kaart. Als de programmeermodus al ge-
kozen is (= geheugen bevat minstens één programmering) en u wilt deze later wijzi-
gen (van "Easy" naar "Professional" of omgekeerd), dan moet u eerst het volledige
geheugen van de inrichting wissen.
l De uitgangen (nr. 1 en nr. 2) van de decoder zijn in de fabriek ingesteld om in "mo-
mentane" modus te werken; d.w.z. elke uitgang wordt geactiveerd als de toets
op het codeklavier wordt ingedrukt (of als de kaart bij de lezer wordt gehouden) en
wordt pas gedeactiveerd als de toets wordt losgelaten (of als de kaart wordt weg-
gehaald). De programmeringsmodus "Professional" biedt de mogelijkheid om aan
deze uitgangen ook andere werkingssoorten toe te wijzen ("Timer", "Bistabiel", "In-
braakalarm").
l Tijdens de programmering en het gebruik van de codeklavieren of de lezer laten
deze inrichtingen akoestische tonen horen om aan te geven dat de verrichtingen
goed verlopen of dat er sprake is van een fout. De betekenis van deze signalerin-
gen staat in Tabel 3.
5 – Nederlands
TABEL 3 - Signaleringen d.m.v. akoestische tonen
Signaleringen
Betekenis
1 toon
Toets op codeklavier ingedrukt / kaart gelezen.
2 kort opeenvolgende tonen
Ongeldige code / kaart niet actief.
3 tonen
Programmeringsfase goed afgesloten.
5 kort opeenvolgende tonen
Fout: de verrichting is niet uitgevoerd.
10 kort opeenvolgende tonen
Ernstige fout: programmering is niet gelukt.
PROGRAMMERING VAN HET SYSTEEM
6
"MORX + CODEKLAVIEREN"
6.1 - Het systeem gebruiken nadat de codes zijn gepro-
grammeerd: aanbevelingen voor de installateur (te lezen
vóór het programmeren) en voor de eindgebruiker
l Het gebruik van het digitale codeklavier is gebaseerd op codes (geprogrammeerd
door de installateur) die de gebruiker moet weten en met de cijfertoetsen van het
codeklavier moet intoetsen om de uitgang behorend bij de ingetoetste code direct
erna te kunnen activeren, door op de bijbehorende besturingstoets (▲ of ▼) te
drukken. Uiteraard wordt de uitgang alleen geactiveerd als de code geldig is. Als
de code fout is, klinkt alleen een akoestische toon.
l Als de code aan een van de twee uitgangen (Uitgang-1 / Uitgang-2) is ge-
koppeld: tijdens het gebruik van de inrichting drukt u, nadat u een code heeft in-
getoetst, alleen op de besturingstoets die aan die code is gekoppeld.
l Als de code aan beide uitgangen (Uitgang-1 en Uitgang-2) is gekoppeld: tij-
dens het gebruik van de inrichting kunt u, nadat u de code heeft ingetoetst, op een
van de twee besturingstoetsen drukken. Deze modus biedt de mogelijkheid om
met één cijfercode twee verschillende instructies te sturen.
l Als drie keer achtereenvolgens de verkeerde code wordt ingetoetst, blokkeert het
systeem gedurende 60 seconden de werking van de inrichting. Daarom kunt u, als
u een fout maakt bij het intoetsen van de code, het best direct een willekeurige be-
sturingstoets (▲ of ▼) indrukken en na het akoestische signaal (= verkeerde code)
de juiste code intoetsen.
l Tijdens het intoetsen van een code heeft u tussen het indrukken van de opeenvol-
gende toetsen 10 seconden de tijd. Als deze tijd verstrijkt moet de code opnieuw
vanaf het eerste cijfer worden ingetoetst.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis