4. Wielen, banden
4.1 Banden
4.2 Bandenspanning
1
Gebruik uitsluitend banden die in de toelatings-
van andere bandenmaten is goedkeuring van de
fabrikant vereist (ABE).
• Controleer de banden regelmatig op gelijkmatige
digingen.
(zomer- of winterbanden).
ontwikkelen.
Raadpleeg bij gebruik van sneeuwkettingen de
montage-instructies van de kettingfabrikant.
Voor controle van de bandenspanning geldt
•
Om de vier weken, op zijn laatst om de drie
maanden en voorafgaand aan ieder gebruik de
bandenspanning controleren en corrigeren.
•
•
•
den.
3
•
Bij controle of correctie van warme banden
banden.
Voor de bandenspanning geldt
- correcte bandenspanning (1)
Caravans met tandemas kunnen
15 C mogen niet worden gebruikt
met sneeuwkettingen.
-
-
-
-
04-1