Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bijzondere Omstandigheden In Het Ex-Bereik - Kärcher HKF 200 E Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Indeling zones
Explosiegevaarlijke bereiken worden in
functie van de frequentie en de duur van
het optreden van gevaarlijke explosieve at-
mosferen in de verordening inzake be-
drijfsveiligheid (BetrSichV) en de norm EN
1127-1 in zones ingedeeld.
De definities van de zones valt binnen
de verantwoordelijkheid van de exploi-
tant.
Instructies voor de indeling van de zones
vindt u in de verordening inzake bedrijfs-
veiligheid (BetrSichV), de norm EN 1127-1,
de BGR 104 – ex-richtlijn van de BG Che-
mie en in de norm EN 60079-10.
Zone 0
Zone 0 is een bereik waar constant, ge-
durende langere tijd of frequent een ge-
vaarlijke explosieve atmosfeer als
mengsel van lucht en brandbare gas-
sen, dampen of nevels voorhanden
zijn.
Zone 1
Zone 1 is een bereik waar zich bij een
normale werking occasioneel een ge-
vaarlijke explosieve atmosfeer als
mengsel van lucht en brandbare gas-
sen, dampen of nevels kan vormen.
Zone 2
Zone 2 is een bereik waar zich bij een
normale werking geen of slechts gedu-
rende korte tijd een gevaarlijke explo-
sieve atmosfeer als mengsel van lucht
en brandbare gassen, dampen of ne-
vels kan vormen.
Zone 20
Zone 20 is een bereik waar gedurende
lange tijd of frequent een gevaarlijke ex-
plosieve atmosfeer in de vorm van een
wolk uit in de lucht voorhanden brand-
baar stof voorhanden is.
Zone 21
Zone 21 is een bereik waar zich bij een
normale werking occasioneel een ge-
vaarlijke explosieve atmosfeer in de
vorm van een wolk van in de lucht voor-
handen brandbaar stof kan vormen.
Zone 22
Zone 22 is een bereik waar zich bij een
normale werking geen of slechts gedu-
rende korte tijd een gevaarlijke explo-
sieve atmosfeer in de vorm van een
wolk van in de lucht voorhanden brand-
baar stof kan vormen.
58
Bijzondere omstandigheden in het
Ex-bereik
1 De binnenreiniger mag in zone 0 van
reservoirs alleen gebruikt worden in-
dien de reservoirs een grootte van 3 m
diameter bij een courante reservoir-
hoogte of een vergelijkbare grootte niet
overschrijden.
2 Het massagehalte van de reinigings-
vloeistof aan niet-opgeloste vaste stof-
fen mag niet hoger liggen dan 1%.
3 De binnenreiniger moet elektrostatisch
geaard worden.
4 De pomp voor de reinigingsvloeistof
mag alleen gebruikt worden indien ze
met vloeistof is gevuld.
5 De nominale druk van de pomp mag bij
de werking met oplosmiddel niet hoger
zijn dan 5 MPa.
6 Het volume van de pomp mag bij de
werking met oplosmiddel niet hoger zijn
dan 50 l/min.
7 De elektrische aandrijfmotor mag al-
leen aangezet worden, wanneer reini-
gingsvloeistof naar de interieurreiniger
gevoerd wordt.
8 Het toerental van de reinigingskop mag
40 t/min niet overschrijden.
9 De bedrijfstemperatuur van de reini-
gingsvloeistof water met reinigingsmid-
delen mag 95 °C niet overschrijden.
10 De bedrijfstemperatuur van de reini-
ginsvloeistoffen oplosmiddelen, logen
en zuren mag 20 °C niet overschrijden.
11 De binnenreiniger moet na een gepaste
bedrijfsduur gecontroleerd worden op
een perfecte toestand en functie (o.a.
aandrijfmotor op concentrische positie
ten opzichte van hydraulische afslui-
ting, lagerbussen en afdichting aandrij-
ving op slijtage resp. dichtheid). Indien
nodig moet een reparatie uitgevoerd
worden.
12 De binnenreiniger mag alleen gebruikt
worden met reinigingsvloeistoffen en in
mediums tegen dewelke de materialen
voldoende bestand zijn.
13 Reinigingsvloeistoffen die brandbare
oplosmiddelen bevatten, moeten over-
eenstemmen met de ontstekingsgroe-
pen IIA en IIB. Oplosmiddelen van de
ontstekingsgroep IIC mogen niet ver-
spreid worden.
14 De binnenreiniger mag zich niet con-
stant, maar alleen tijdens de reiniging
van het reservoir in zone 0 bevinden.
De in het kader van BetrSichV gelden-
de bedrijfsvoorschriften en andere nati-
onale bepalingen moeten
gerespecteerd worden. Er moet reke-
ning gehouden worden met het feit dat
de verbinding reservoir / in het reservoir
gebrachte binnenreiniger niet vlamvei-
lig is.
4
-
NL
15 Slangen moeten elektrostatisch gelei-
dend zijn (weerstand R < 1000000
Ohm).
16 Er mogen alleen reinigingsvloeistoffen
met een geleidingsvermogen G > 1000
pS/m gebruikt worden.
17 Alle delen die in contact komen met het
medium moeten aangesloten zijn aan
het aardingssysteem.

Werbung

Kapitel

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Hkf 200 et

Inhaltsverzeichnis