Transport
Bij het transport moet het apparaat leegge-
maakt en stilgelegd worden.
Onderhoud
Voor het reinigen en onderhouden van
–
het apparaat en het vervangen van on-
derdelen moet het apparaat uitgescha-
keld worden en moet - indien
voorhanden - de stekker uitgetrokken
worden.
Als bescherming tegen de reinigings-
–
vloeistof moet geschikte veiligheidskle-
dij gedragen worden, in het bijzonder
een geschikte veiligheidsbril en hand-
schoenen.
Reparaties mogen uitsluitend door
–
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
–
paratuur dient volgens BGV A3 op vei-
ligheid te worden gecontroleerd.
Accessoires en reserveonderdelen
Er mogen alleen toebehoren en onderde-
len gebruikt worden, die door de fabrikant
zijn goedgekeurd. Origineel toebehoren en
originele onderdelen staan er borg voor dat
het apparaat veilig en storingsvrij gebruikt
kan worden.
– 4
NL
53