Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Tijdens Het Transport Van Het Apparaat; Bij Het Transport Van De Apparaten; Vóór Het Starten; Tijdens Het Starten - Solo 440 Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 440:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

4.4 Tijdens het transport van het apparaat

1. Zet tijdens het transport altijd de motor af!
2. Om het uitlopen van brandstof en
beschadigingen te voorkomen, dient het
apparaat tijdens het transport in voertuigen
worden beveiligd tegen omvallen. De tank
moet op lekken worden gecontroleerd. Het is
aan te bevelen de tank voor het transport
leeg te maken.
3. Bij verzending moet de tank altijd eerst
worden leeggemaakt.
4.5 Vóór het starten
1. Controleer het apparaat vóór het starten of
het in bedrijfsveilige staat verkeert.
2. Controleer ook of de bougiekabel en
bougiestekker goed vast zitten. Als de
verbinding los zit, kunnen er vonken ontstaan,
waardoor het eventueel naar buiten tredend
brandstof-/luchtmengsel kan ontsteken -
brandgevaar!
Het rotorblad en het rotorhuis moeten in
perfecte staat zijn. Een beschadiging aan het
rotorhuis kan tot letselrisico door naar buiten
komende verontreinigingen leiden. Gebruik
het apparaat in dit geval niet, maar laat het
door de vakhandel controleren.
3. De stopschakelaar moet gemakkelijk aan-
en uit- geschakeld worden.
4. De gashendel moet licht lopen en
zelfstandig naar de stand van de onbelaste
loop terugkeren.

4.6 Tijdens het starten

1. Houd tijdens het starten minstens 3 meter
afstand tot de plaats waar wordt getankt en
start nooit in gesloten ruimten.
2.Let erop dat u veilig en stabiel staat tijdens
het starten. Altijd op een egale ondergrond
starten, en het motorapparaat veilig
vasthouden.
3.Het motorapparaat mag uitsluitend door
één persoon worden bediend - in een cirkel
van 5 meter mogen zich - ook bij het starten -
geen andere personen bevinden.
4.Voer de startprocedure zoals in hoofdst. „7.
Motor starten/ motor afzetten" omschreven uit.

4.7 Tijdens het werk

1. De motormachine mag enkel worden
gebruikt als ze volledig in elkaar gezet is.
Zodra de motor loopt, produceert het motorapparaat
giftige uitlaatgassen, die onzichtbaar en reukloos
kunnen zijn. Werk nooit in gesloten ruimten met het
apparaat. Zorg in nauwe omstandigheden, in kuilen of
in greppels tijdens het werk altijd voor voldoende
luchtverversing.
Rook niet op de werkplek- ook niet in de
onmiddellijke omgeving van het apparaat. Er
bestaat verhoogd risico voor brand!
4. Werk omzichtig, met overleg en rustig, en breng geen
andere mensen in gevaar.
5. Let op goede zicht- en lichtomstandigheden.
6. Blijf altijd binnen roepafstand van andere personen, die in een
noodgeval hulp kunnen bieden.
7. Houd tijdig pauzes in het werk aan.
8. Wees attent op mogelijke bronnen van gevaar en tref
navenante voorzorgsmaatregelen. Bedenk dat bij het
gebruik van gehoorbescherming het waarnemen van
geluiden beperkt is. Ook gevaar aankondigende
akoestische signalen, geroep enz. kunnen niet worden
gehoord.
9. Het motorapparaat altijdd vast in de hand houden en
altijd erop letten dat u veilig en stabiel staat. Nooit in de
richting van andere personen blazen, omdat vrij kleine
voorwerpen met grote snelheid omhoog kunnen worden
geslingerd.
10. Het motorapparaat met zo weinig mogelijk lawaai en
uitlaatgas gebruiken. Uitsluitend tijdens het werken gas
geven en de motor niet onnodig laten lopen. Bedenk dat
ook lawaai een belasting voor het milieu teweegbrengt.
Houd u eventueel aan rusttijden, die plaatselijk anders
kunnen zijn.
11. Voorzicht bij natheid, gladheid, sneeuw, hellingen of
oneffen terrein. Er bestaat verhoogd risico voor uitglijden!
12. Let op het risico van struikelen en op hindernissen
zoals b.v. boomwortels, boomstronken, randen.
13. Raak de uitlaat en de geluiddemper niet aan, zolang
deze nog heet zijn, er bestaat gevaar voor verbranding!
14. Nooit met defecte geluiddemper of zonder
geluiddemper werken. Er bestaat gevaar voor
gehoorbeschadigingen en verbrandingen!
Bij het gebruik als zuighakselaar (model 441):
Om te zuigen mag het motorapparaat uitsluitend met een
gemonteerde opvangzak worden gebruikt. Hang de
draagriem van de opvangzak over uw schouder. Het
motorapparaat altijd met twee handen aan de twee
grepen vasthouden. Zuig geen hete of brandende mate-
rialen (hete as, brandende sigaretten enz.) op, er bestaat
letselrisico door vuur! Ook ontvlambare vloeistoffen (b.v.
benzine), of materialen die met dergelijke vloeistoffen
bevochtigd zijn, mogen niet worden opgezogen. Er
bestaat gevaar voor dodelijk letsel door explosie of brand!
Zorgen dat er geen takken, textiel, lappen, , minerale
stoffen (kiezel, stenen, enz.), metalen stoffen of andere
materialen die het apparaat niet kan verwerken opgezo-
gen worden, want hierdoor zou het apparaat beschadigd
kunnen worden. De zuighakselaar mag niet worden
gebruikt op ondergrond uit kiezelstenen of andere harde
materialen die de machine kunnen beschadigen.
Als de aanzuigbuis niet gemonteerd is, moet de
rotordeksel altijd gesloten en ingeklikt zijn. Roterende
onderdelen kunnen tot aanzienlijke verwondingen leiden.
Er kan ook schade aan de motor ontstaan.
55

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

441

Inhaltsverzeichnis