Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Denon AVR-550SD, SYS-550SD Bedienungsanleitung Seite 246

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 47
7
Stel de diverse surroundparameters in.
(Afstandsbediening)
8
Druk op de SURROUND PARAMETER-toets
om de surround-parametermodus af te sluiten.
(Afstandsbediening)
Surroundparameters q
Pro Logic
II
(
IIx
) -stand:
• De Cinema-stand wordt gebruikt voor stereo-televisieprogramma's die zijn gecodeerd in Dolby Surround.
• De Music-stand wordt aanbevolen als standaardstand voor autosound-muzieksystemen (geen video) en is
optioneel voor A/V-systemen.
• De Dolby PL-stand biedt dezelfde robuuste surroundverwerking als de originele Pro Logic wanneer de bron
niet van optimale kwaliteit is.
Kies één van de standen ("cinema", "music" of "game").
Panorama-regelaar:
Deze stand breidt het stereobeeld vooraan uit met de surroundluidsprekers en resulteert in een opwindend
"omhullend" effect met weerkaatsing van het geluid via de zijwanden.
Kies "OFF" of "ON".
Dimension-regelaar:
Deze regelaar regelt het geluidsveld geleidelijk naar voren of naar achteren bij.
De regelaar kan in 7 stappen worden ingesteld van 0 tot 6.
Center Width-regelaar:
Deze regelaar stelt het middenbeeld in, zodat het alleen hoorbaar is via de middenluidspreker; alleen
hoorbaar via de linker-/rechterluidsprekers als fantoombeeld; of via alle drie voorluidsprekers in
verschillende mate.
De regelaar kan in 8 stappen worden ingesteld van 0 tot 7.
DTS NEO:6-stand:
• Cinema
Dit is de optimale modus voor het weergeven van films. Bij het decoderen ligt de nadruk op de
kanaalscheiding, zodat u met 2-kanaals bronnen dezelfde sfeer als met 6.1-kanaals bronnen creëert.
Deze modus is ook effectief voor het weergeven van bronnen die in conventionele surround formaten zijn
opgenomen, omdat het component dat in fase is, vooral aan het middenkanaal (C) wordt toegekend en het
component waarvan de fase is omgekeerd, aan de surround kanalen (de kanalen SL, SR en SA).
• Muziek
Deze modus is vooral geschikt voor het weergeven van muziek. De signalen van de voorste kanalen (de
kanalen LV en RV) passeren de decoder en worden rechtstreeks weergegeven, zodat er geen kwaliteitsverlies
van het geluid optreedt, en het effect van de surround signalen die via de midden (C) en surround kanalen (SL,
SR en SA) worden uitgevoerd, breiden het geluid op een natuurlijk aanvoelende wijze uit.
CENTER IMAGE (0,0 tot 0,5: standaard 0,2):
De parameter Center Image voor het instellen van de expansie van het middenkanaal in de stand DTS
NEO:6 MUSIC is toegevoegd.
246
NEDERLANDS
Surround-instellingen w
CINEMA EQ. (Bioscoop-equalizer):
De CINEMA EQ-functie verlaagt geleidelijk het niveau van de hoge frequenties, en compenseert daarbij voor
te helder klinkende film-soundtracks. Selecteer deze functie wanneer het geluid van de voorste speakers te
helder is.
Deze functie werkt alleen in de modussen Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital, DTS Surround, DTS NEO:6 en
WIDE SCREEN (Voor alle modussen wordt dezelfde inhoud ingesteld.)
D.COMP. (Dynamic Range Compression):
Film-soundtracks hebben een zeer groot dynamisch bereik (het contrast tussen zachte en harde geluiden).
Wanneer u 's avonds laat wilt luisteren, of wanneer het maximale geluidsniveau lager is dan normaal, kunt u
met de Dynamic Range Compression alle geluiden in de soundtrack horen (met een beperkt dynamisch
bereik). (Dit werkt alleen tijdens het afspelen van programmabronnen die zijn opgenomen in Dolby Digital of
DTS.) Selecteer een van de vier instellingen ("OFF", "LOW", "MID" (middel) of "HI" (hoog)). Selecteer OFF
voor normaal luisteren.
LFE (Low Frequency Effect):
Hiermee stelt u het niveau in van de LFE (laagfrequente) geluiden in de bron tijdens het afspelen van
programmabronnen die zijn opgenomen in Dolby Digital of DTS.
Wanneer het geluid van de subwoofer vervormd klinkt door de LFE-signalen tijdens het afspelen van Dolby
Digital- of DTS-bronnen wanneer de piekbegrenzer is uitgeschakeld via de Subwoofer peak limit level-
instelling (System Setup-menu), pas dan het niveau handmatig aan.
Programmabron en instelbereik:
1. Dolby Digital:
2. DTS Surround:
Wanneer DTS-gecodeerde filmsoftware wordt weergegeven, bevelen wij aan om het LFE LEVEL in
te stellen op 0 dB voor een juiste DTS-weergave.
Wanneer DTS-gecodeerde muzieksoftware wordt weergegeven, bevelen wij aan het LFE LEVEL in
te stellen op –10 dB voor een juiste DTS-weergave.
TONE:
Hiermee stelt u de toonregeling in. Deze kan individueel worden ingesteld voor de separate shroud-modus
anders dan de Pure direct en Direct-modus.
AFDM (Auto Flag Detect Modus):
ON .......Deze functie werkt alleen met software waarin een speciaal identificatiesignaal is opgenomen.
OFF......Stel de "OFF" modus in om 6.1-kanaals af te spelen met conventionele 5.1-kanaals bronnen of
SB CH OUT:
(1) (Meerkanaals bron)
"OFF"...........................Er wordt afgespeeld zonder gebruik te maken van de achterste surround speaker.
"NON MTRX" ..............De signalen van de surround-kanalen worden weergegeven via de achterste
"MTRX ON" .................Het achterste surround-kanaal wordt weergegeven via digital matrix processing.
"ES MTRX" ..................Tijdens het afspelen van DTS-signalen ondergaan de achterste surround-signalen
"ES DSCRT" ................Wanneer een signaal van een discrete 6.1-kanaals bron in de DTS-signalen
"PL IIx Cinema"...........Signalen worden verwerkt met de Cinema-modus van de PL IIx decoder en het
"PL IIx Music" .............Signalen worden verwerkt met de Music-modus van de PL IIx decoder en het
(2) (2ch source)
"OFF" ......................Er wordt afgespeeld zonder gebruik te maken van de achterste surround speaker.
"ON"........................Er wordt afgespeeld via de achterste surround speaker.
OPMERKING: Deze functie kan direct worden geactiveerd via de "SURROUND BACK"-knop op het paneel
–10 dB t/m 0 dB
–10 dB t/m 0 dB
Deze software is nu nog niet verkrijgbaar.
Dit is een functie voor het automatisch afspelen in de 6.1-kanaalmodus via de achterste surround
speakers wanneer de software is opgenomen in DTS-ES, of in de normale 5.1-kanaals-modus
zonder gebruik van de achterste surround speakers wanneer de software niet is opgenomen in
DTS-ES.
bronnen waarin het genoemde identificatiesignaal niet is opgenomen.
surround-kanalen.
digital matrix processing voor het afspelen.
aanwezig is, worden de achterste surround-signalen in de bron weergegeven.
achterste surround-kanaal wordt weergegeven.
achterste surround-kanaal wordt weergegeven.
van de hoofdeenheid.

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis