Ingebruikname; A) Batterijen In De Ir-Afstandsbediening Plaatsen Of Vervangen; B) Camera's - Renkforce 808577 Bedienungsanleitung

9. Ingebruikname

a) Batterijen in de IR-afstandsbediening plaatsen of vervangen

De IR-afstandsbediening vereist een batterij van het type „CR2025".
Bij de eerste ingebruikname bevindt de batterij zich reeds in het batterijvak van de IR-afstands-
bediening. Een plastic strip beschermt de batterij tegen ontladen.
Trek de plastic strip uit en de IR-afstandsbedienings is gebruiksgereed.
De batterij moet worden vervangen, als de reikwijdte van de IR-afstandsbediening afneemt of de monitor/
DVR helemaal niet meer reageert op de IR-afstandsbediening.
Om de batterij te vervangen moet de blokkeerclip aan het batterijvak, vb. met een vlakke schroevendraaier
worden ontgrendeld, waarop de batterijhouder en de batterij kunnen worden uitgetrokken.
Vervang de lege batterij door een nieuw exemplaar van het type „CR2025". Let bij het plaatsen van de
batterij op de juiste polariteit (kijk goed naar plus/+ en min/-). De pluspool van de batterij is met het symbool
„+" gemarkeerd en moet naar de onderkant van de IR-afstandsbediening wijzen.
Steek de batterijhouder opnieuw in de IR-afstandsbediening en let daarbij op de correcte oriëntering. Ge-
bruik in elk geval geen geweld!
Verwijder de lege batterijen op een milieuvriendelijke wijze (zie het hoofdstuk „Verwijderen").

b) Camera's

• De meegeleverde montagehouder kan zowel boven-, onder- en achteraan worden vastgeschroefd. Hier-
door is zowel de montage aan een wand als plafond mogelijk.
Voor de montage aan een plafond kan de zonnebescherming worden verwijderd.
Let bij het vastschroeven van de montagehouder aan de camera op dat de ongebruikte bevesti-
gingsschroefdraad met de schroeven van de camera gesloten blijven aangezien er anders water
in de camera kan binnendringen.
Door de standaardschroefdraad kunt u ook veel andere standaard montagehouders gebruiken
om de camera te bevestigen.
• Bevestig de montagehouder naargelang de ondergrond met geschikte schroeven en evt. pluggen. Let bij
het boren of vastschroeven op, dat geen kabels, buizen of leidingen worden beschadigd.
Kies de montageplaats zo dat deze tegen manipulatiepogingen aan de camera is beschermd. De camera
moet op een minimumhoogte van 2,5 m worden gemonteerd.
Wij raden u aan om bij buitenshuis gebruik een tegen neerslag/opspattend water beschermde
plaats te kiezen (vb. onder een afdak), aangezien druppelvorming of opspattend water aan de
voorzijde van de camera tot een vervormd en onbruikbaar beeld leidt.
Stel het objectief van de camera's in de richting van het gewenste controlebereik af. Een
nauwkeurige aanpassing kan later gebeuren als het beeld van de camera op de monitor/DVR wordt weer-
gegeven.
115