Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Systeembeschrijving - Sundstrom SR590 Gebrauchsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SR590:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3
NL
1. Algemeen
De Sundström-lashelm SR 590 wordt in combinatie met de op
een accu werkende Sundström-ventilator SR 500 gebruikt en is
ontworpen om de gebruiker te beschermen tegen schadelijke
en irriterende luchtverontreiniging, straling en lasspatten tijdens
het booglassen, MAG-lassen en TIG-lassen.

2. Systeembeschrijving

De lashelm moet zijn uitgerust met geschikt lasglans en via een
ademhalingsluchtslang zijn aangesloten op de op een accu
werkende ventilator. De ventilator is voorzien van filters en moet
zijn ingeschakeld wanneer de lashelm in gebruik is.
Omdat er gefilterde lucht in de helm wordt geblazen, ontstaat
hierin druk waardoor de vervuilde omgevingslucht de gebruiker
niet kan bereiken.
De helm kan worden uitgerust met oorbeschermers. Daarnaast
zijn er accessoires in de vorm van automatische lasfilters,
correctieglazen, nekbescherming en laskappen verkrijgbaar.
Raadpleeg uw supervisor of leverancier als u twijfels hebt over
de keuze of het onderhoud van de apparatuur. U kunt ook
contact opnemen met de afdeling voor technische service van
Sundström Safety AB.
3. Waarschuwingen/beperkingen
Waarschuwingen
De apparatuur mag niet worden gebruikt
• als het zuurstofgehalte van de omgevingslucht abnormaal
is,
• als de aard van de verontreiniging onbekend is,
• in omgevingen die direct levensgevaarlijk zijn of de gezond-
heid bedreigen,
• met zuurstof of met lucht die met zuurstof is verrijkt,
• als u moeite hebt met ademhalen,
• als u de verontreiniging kunt ruiken of proeven,
• als u duizelig of misselijk bent of last hebt van andere
ongemakken,
• als de hoorbare en zichtbare alarmsignalen van de ventilator
worden geactiveerd (in dat geval wordt er minder lucht
aangevoerd dan wordt aanbevolen),
• als de ventilator is uitgeschakeld. In deze ongewone situatie
biedt de apparatuur geen bescherming. Daarnaast bestaat
het gevaar dat zich in het gezichtsgedeelte een hoge
concentratie kooldioxide verzamelt en er een tekort aan
zuurstof ontstaat.
Beperkingen
• Controleer of de lasglazen het juiste schaalnummer voor uw
werk hebben.
• De helm moet behalve met lasglas altijd met een veiligheids-
glas worden uitgerust.
• Neem altijd de regels voor brandpreventie in acht.
• Als u een baard of bakkebaarden hebt, mag u er niet van
uitgaan dat de helm helemaal strak zit.
• Als de gezichtsafdichting uw gezicht niet raakt, kan er niet
voldoende druk worden opgebouwd voor de benodigde
beschermingsfactor.
• Als de werkdruk zwaar is, kan er tijdens de inademingfase
een licht vacuüm in het masker ontstaan, met het risico dat
er omgevingslucht binnendringt.
• De apparatuur is niet goedgekeurd voor aansluiting op een
mobiel luchtdruksysteem.
• De filters moeten niet direct worden aangesloten op de
lashelm.
26
Lashelm SR 590
• Als het apparaat wordt gebruikt in een omgeving waar het
• Zorg ervoor dat de ademhalingsluchtslang niet uitsteekt en
• Gebruik de ademhalingsluchtslang nooit om de apparatuur
4.1 De minimaal vereiste luchtstroom van
de producent controleren
Neem voordat u de controle uitvoert de gebruiksaanwijzingen
voor ventilator SR 500 door.
• Controleer of de ventilator compleet, correct aangesloten,
• Start de ventilator.
• Plaats de lashelm in de stromingsmeter en pak de onderkant
• Controleer de positie van de bal in de slang. Deze moet zich
Als de minimumstroming niet wordt bereikt, controleert u of
- de stromingsmeter recht wordt gehouden,
- de bal onbelemmerd kan bewegen,
- de zak goed om de slang sluit.
4.2 De helm opzetten
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzingen voor ventilator SR
500.
• Controleer of het schaalnummer van het glas correct is
• Controleer of iedereen in het werkgebied voldoende is
• Sluit de ademhalingsluchtslang aan op de helm en de
• Bevestig de ventilator aan uw riem en stel de riem zo
• Start de ventilator en pas de luchtstroom aan de werkin-
• Duw het voorstuk omhoog en zet de lashelm op.
• Pas de lengte van de hoofdband zo nodig aan door de riem
• Pas de wijdte van de hoofdband zo nodig aan met de draai-
• Duw het voorstuk omlaag door de gezichtsafdichting onder
• Pas de nekomvang van de gezichtsafdichting aan met de
• Controleer of het voorstuk volledig is neergeklapt. Er
• Zorg ervoor dat de ademhalingsluchtslang langs uw rug
hard waait, kan de beschermingsfactor worden verlaagd.
verstrikt raakt met objecten in de omgeving.
op te tillen of te dragen.
4. Gebruik
grondig gereinigd en onbeschadigd is.
van de zak stevig vast om er zeker van te zijn dat deze goed
sluit om de ademhalingsluchtslang. Houd de slang van de
stromingsmeter in de andere hand zodat de slang recht
omhoog wijst vanuit de zak. Fig. 1.
in de buurt van de markering voor 175 l/min op de slang
bevinden. Fig. 2.
voor uw werk. De helm wordt geleverd met lasglas met
schaalnummer 10.
beschermd.
ventilator.
in dat de ventilator stevig en comfortabel op uw rug is
bevestigd.
tensiteit aan.
die over het hoofd loopt te verstellen. Fig. 4a. De zweetband
moet zich net boven de wenkbrauwen bevinden.
knop op de achterzijde van de hoofdband. De hoofdband
moet strak om uw hoofd zitten.
uw kin te trekken.
elastische nekband. Fig. 6a. Steek uw vinger tussen uw
wang/kin en de gezichtsafdichting en strijk met uw vinger
helemaal rond het raakvlak van de afdichting om de pasvorm
om uw gezicht te controleren. Controleer zorgvuldig of er
geen lucht ontsnapt langs uw wang en kin.
mag geen lucht ontsnappen via het gedeelte boven het
voorhoofd.
loopt en niet geknikt of verdraaid is. Fig. 5.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis