Een correctie op de flitsbelichting kan met
een instelling van de belichtingscorrectie op
het omgevingslicht (op de camera) worden
gecombineerd. De correctie op de flitsbelich-
ting werkt dan op de flitsbelichting en de
instelling van de belichtingscorrectie op de
belichting van de achtergrond.
U kunt via de menusturing op de mecablitz
met de hand correcties op de flitsbelichting
in de functies E-TTL (alleen op de 54 MZ-..
76 MZ-5) en bij de automatisch-flitsenfunctie
"A" instellen. Zie hiervoor de gebruiksaan-
wijzing van de mecablitz.
12. Flitsbelichtingstrapjes „Fb", c.q.
„FEB"
Met de mecablitz 54 MZ-... , 70 MZ-.. en 76
MZ-5 kan in de functies E-TTL (alleen op de
54 MZ-..., 76 MZ-5) en automatiek A een flits-
belichtingstrapje (flash bracketing / flash
exposure bracketing) worden gemaakt.
Zo'n flitsbelichtingstrapje bestaat uit drie
opeenvolgende flitsopnamen met twee ver-
schillende correcties op de „normale" flitsbe-
lichting. De eerste flitsopname van de trap
wordt zonder correctie opgenomen; de twee-
de met een minuscorrectie en de derde met
een pluscorrectie. De correctiewaarden heb-
ben alleen betrekking op het flitslicht! Voor
het omgevingslicht (achtergrondbelichting)
vindt geen correctie plaats! Na de derde
opname wordt deze functie automatisch uit-
geschakeld.
De werkmethode voor de instelling van een
be lichtingstrapje vindt u in de gebruiksaan-
wijzing van uw mecablitz.
59