DeWalt DW755 Originalanweisungen Seite 73

9. Monteer de drie moeren (k) en draai ze goed
vast (draaimoment: 5 Nm).
10. Schakel de machine in, laat de steen een
minuut lang onbelast draaien en controleer
daarbij op scheuren.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
beschadigde steen.
Wisselen van een slijp- of wetband
(afb. 4)
1. Verwijder de knop (j).
2. Verwijder de steunplaat (r).
3. Draai de spanhendel (g) tegen de klok in om de
band te ontspannen en houd de hendel in deze
stand.
4. Neem de band (s) eraf.
5. Plaats een nieuwe band op de rollen (t) en let
erop dat de pijl op de binnenkant van de band
in dezelfde richting wijst als de pijl (u) op de
steunplaat.
6. Laat de hendel los.
7. Breng de steunplaat aan terwijl u de draadpen
(v) op zijn plaats houdt.
8. Breng de knop aan en draai hem vast.
WAARSCHUWING: Wanneer een
lederen wetband wordt gemonteerd, let
er dan op dat het lederen oppervlak aan
de buitenkant loopt.
Spannen van de slijp- of wetband
(afb. 5)
CENTREREN VAN DE BAND
1. Wanneer de band (e) niet goed in het
midden loopt, kan deze door draaien aan de
centreerknop (h) correct worden afgesteld.
2. Draai de zeskantbouten (w) een aantal slagen
los en stel de plaat (x) zodanig af dat de vrije
ruimte met de band minimaal is. Draai de
moeren vast.
AFSTELLEN VAN DE BAND OP HET WERKSTUK
De afstelling van de wetband kan aangepast worden
aan werkstukken met concave, convexe of rechte
snijkanten.
1. Zet knop (j) los.
2. Zet de steunplaat (r) in de juiste stand (hoog,
gelijk of laag).
3. Zet de knop (j) weer vast.
Gebruik van de wetband
Lederen wetbanden moeten voorafgaand aan het
eerste gebruik en als het wettend effect minder
wordt, gladgemaakt worden.
Schakel de machine uit en spreid een dunne en
gelijkmatige laag wetpasta over de hele wetband.
Monteren van de vonkenvanger
(afb. 6, 7)
De vonkenvanger biedt extra bescherming tegen
vonken en moet, indien mogelijk, altijd gebruikt
worden.
1. Monteer het transparante scherm (y) op de
vonkenvanger (f) door een bolkopbout (z) door
het scherm en de vonkenvanger te steken
en een ring (aa) en moer (bb) op de bout te
plaatsen (fig. 6). Draai de moer vast.
2. Houd de vonkenvanger tegen de rand op de
bovenkant van het huis (cc) zoals afgebeeld
(fig. 7).
3. Steek een bolkopbout (dd) door de
vonkenvanger en het huis.
4. Plaats een ring (ee) en moer (ff) op de bout en
draai de moer handvast.
5. Schuif de vonkenvanger in de richting van de
steen tot op een afstand van ca. 2 mm van de
steen.
6. Draai de moer goed vast (draaimoment: 6 Nm).
Afstellen van de werkstukdrager
(afb. 8)
De werkstukdrager kan op het werkstuk en de
gewenste bewerkingshoek afgesteld worden.
1. Draai de bevestigingsmoer van de
werkstukdrager (c) los.
2. Zet de werkstukdrager in de gewenste positie
en let erop dat de drager zich zo dicht mogelijk
bij de steen bevindt.
3. Draai de moer vast (draaimoment: 6 Nm).
Monteren en afstellen van de
gereedschapklem (afb. 1, 9)
De gereedschapklem wordt gebruikt om het
werkstuk onder een vaste hoek tegen de steen te
houden.
1. Verwijder de bevestigingsmiddelen waarmee
de werkstukdrager (c) aan de beugel (d) is
gemonteerd en verwijder de werkstukdrager
(fig. 1).
NEDERLANDS
71