Kenmerken van "sluitertijd"
Korter
Langer
Bewegende
Bewegende
onderwerpen
onderwerpen
lijken gestopt.
lijken te zweven.
Tips voor het aanpassen van de belichting (EV)
Wanneer u een beeld opneemt dat
erg licht is, zoals een onderwerp
met tegenlicht of een
sneeuwscène
Wanneer u een donker beeld
opneemt
U kunt de belichting controleren aan de hand van het histogram. Zorg ervoor dat u het
onderwerp niet overbelicht of onderbelicht (licht of donker beeld) (blz. 21, t stap 5 in
"Lees dit eerst").
Kenmerken van "diafragma"
(F-waarde)
Open
Het scherp-
stellingsbereik
wordt kleiner,
zowel naar
achteren als naar
voren.
De camera bepaalt dat het
onderwerp helder is, dus de
belichting wordt donkerder.
De camera bepaalt dat het
onderwerp donker is, dus de
belichting wordt helderder.
Dicht
Het scherp-
stellingsbereik
wordt groter,
zowel naar
achteren als naar
voren.
Aanpassen in
de richting +
Aanpassen in
de richting –
NL
11