VOLTCRAFT LCR-9063 Bedienungsanleitung Seite 29

tot er een voldoende tevredenstellende aanduiding (resolutie)
volgt. Verwijder echter voor iedere wisseling van meetbereik
de krokodilklemmen van het te meten objekt.
b) Als er in het kleinste meetbereik (2 mH) voor het begin van de
meting een veranderende waarde getoond wordt, is dat nor-
maal, aangezien het daar gaat om zog. strooicapaciteiten van
de meetsnoeren resp. van de gevoelige meetingang. Bij zeer
kleine „L"-waarden (b.v. 15 µH) moet de getoonde waarde
(voor de meting) tijdens de meting afgetrokken worden.
c) Bij een onderbroken spoel wordt i.p.v. een meetwaarde „1"
voor bereiksoverschrijding getoond.
d) Met deze meter is het niet mogelijk de kwaliteit „Q" van een
spoel/inductiviteit vast te stellen/te meten.
e) Bij de inductiviteitsmeting van weerstanden kunnen mislei-
dende waarden getoond worden.
Na beëindiging van de meting dient u eerst de meter uit te scha-
kelen, om de batterijcapaciteit niet onnodig te verkleinen.
5.3 Meting van weerstanden (R)
Let op!
Overtuig u ervan, dat alle te meten (onderdelen van) schakelin-
gen en componenten alsmede andere meetobjekten absoluut
spanningloos zijn.
Verbind de meegeleverde meetsnoeren met de meter: het rode
meetsnoer met de „+"-bus (rood) en het zwarte meetsnoer met
de „-"-bus (zwart) en schakel de meter in met de „0 - 1"-schake-
56
laar op „1". Stel de meetfunktieschakelaar in op een bereik in
het gele veld („R") en de schuifschakelaar „R-L/C" op „R". Bij
open meetsnoeren resp. bij hoogohmige/onderbroken weerstan-
den verschijnt er „1" op het display voor Overload. Nu verbindt
u de meetpunten met het te meten objekt. Om een zo hoog
mogelijke resolutie te krijgen en daardoor een zo klein mogeli-
jke meetfout, moet het meetbereik aangepast zijn aan de te ver-
wachten weerstandsgrootte. Als de kleurcode van een weer-
stand b.v. een waarde van 120 Ω aangeeft, dient u het meetbe-
reik „200 Ω" in te stellen.
Aanwijzing
Als u een weerstandsmeting uitvoert, dient u er op te letten, dat
de meetpunten, die u met de punten van de meetsnoeren aan-
raakt, vrij zijn van vuil, olie, soldeerlak o.d. Dergelijke omstan-
digheden kunnen de meetwaarde vervalsen.
Bij weerstanden groter dan ca. 2 MΩ kan het zijn dat het display
enige tijd nodig heeft om te stabiliseren. Zodra er"1" op het dis-
play verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden, resp. het
meettrajekt is onderbroken.
57