Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Compex Fit 5.0 Kurzanleitung Seite 11

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Fit 5.0:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8
NL
R E G E L S VOOR H ET G EBR U IK
1. Plaats van de elektroden
Optimaal resultaat wordt bereikt bij gebruik van de aanbevolen elektrodeposities.
Aan de beide uiteinden van de kabel moeten verschillende elektroden worden bevestigd.
N.B.: Het komt voor dat grote dubbele elektroden zodanig worden gebruikt dat er geen verbinding tot stand komt.
Het is voor een effectieve behandeling belangrijk om elektroden van de juiste grootte (klein of groot) te gebruiken en ze correct op de te stimuleren
spiergroep te plaatsen. Gebruik daarom altijd de in de illustratie aangegeven elektrodemaat. Probeer zo nodig de best mogelijke positie te vinden door
de elektrode zo lang over de spier te verplaatsen tot het punt met de beste contractie of het beste comfort is gevonden.
Voor TENS-programma's geldt in het algemeen dat het pijnlijke gebied met de elektrode moet worden afgedekt.
N.B.: Onnauwkeurige plaatsing van de elektroden leidt tot minder effectieve sessies, maar is ongevaarlijk.
2. Lichaamshouding tijdens stimulatie
De lichaamshouding varieert met de te stimuleren spiergroep en het programma dat u gebruikt.
Bij programma's die krachtige spiercontracties (tetanische contracties) veroorzaken, wordt aanbevolen de spier isometrisch te stimuleren. Het is
daarom van belang de uiteinden van de ledematen gestimuleerd te houden. Deze positie biedt de meeste weerstand tegen beweging en voorkomt
verkorting van de spieren tijdens de contractie, waardoor kramp zou kunnen ontstaan. Het stimuleren van de quadriceps (dijbeenspier) moet u
bijvoorbeeld zittend doen terwijl de enkels worden tegengehouden, om te verhinderen dat de knieën gestrekt worden.
Terwijl u de Compex gebruikt, kunt u ook dynamische inspanningen uitvoeren, d.w.z. dat u tegelijk met de stimulatie willekeurige dynamische
bewegingen kunt maken, bijvoorbeeld het uitvoeren van kniebuigingen tijdens stimulatie van de quadriceps. Maar deze oefeningen zijn voorbehouden
aan ervaren gebruikers die vertrouwd zijn met de techniek van de elektrostimulatie en die al eerder volledige stimulatiecycli hebben uitgevoerd
(minimaal vier à zes weken bij drie sessies per week). Bovendien moet het uitvoeren van dynamische inspanningen progressief gebeuren, bijvoorbeeld
10 contracties in de eerste week
(de rest van de sessie is isometrisch), daarna 15 de week erop, enzovoort.
Het is in dat geval ook raadzaam veilige en eenvoudige dynamische bewegingen uit te voeren. Elektrostimulatie als toevoeging op dynamische
inspanning verhoogt namelijk in aanzienlijke mate de belasting van de spieren. Vermijd bijvoorbeeld het uitvoeren van dynamische bewegingen met
stoten (bijv. het springen vanaf een bank) of het gebruik van gewichten tijdens de oefeningen.
Bij programmatypes die geen krachtige spiercontracties veroorzaken maar slechts kleine spiertrekkingen of tintelingen, neemt u de houding aan zoals
aangegeven in de illustratie maar altijd op een comfortabele manier.
3. Aanpassen van de stimulatie-intensiteiten
Het aantal gebruikte spiervezels in een gestimuleerde spier hangt af van de stimulatie-intensiteit.
Voor programma's die krachtige spiercontracties (tetanische contracties) opwekken, moeten de maximale stimulatie-intensiteiten worden gebruikt
(tot 999) en altijd tot aan de grens van wat u kunt verdragen, zodat u een maximum aantal spiervezels gebruikt. Hoe groter het aantal gestimuleerde
vezels, des te groter de verbetering van een spier. Tijdens een sessie moet daarom worden geprobeerd om de intensiteit om de drie à vijf contracties
te verhogen.
Bij andere soorten programma's, zoals voor herstel, massage, capillarisatie maar ook voor spierpijn, die slechts kleine spiertrekkingen veroorzaken,
moet u de stimulatie-intensiteiten geleidelijk verhogen totdat spiertrekkingen zichtbaar zijn.
Bij de programma's voor TENS, epicondylitis en tendinitis, moet u de intensiteiten geleidelijk verhogen totdat u een prikkelende sensatie onder de
elektroden gewaar wordt.
4. Voortgang van stimulatiecycli
De stimulatiecycli zijn bedoeld voor mensen die al ervaring hebben met elektrostimulatie en verschillende trainingscycli willen uitvoeren.
De logica van de cyclus verwijst naar het werk dat door de elektrostimulatie wordt uitgevoerd. Net als bij een normale oefening, begint u met een
bepaalde hoeveelheid inspanning die in de loop van de volgende cycli wordt verhoogd. Het wordt dus aanbevolen met de eerste cyclus te beginnen en
naar het volgende niveau te gaan wanneer de cyclus is afgesloten, normaliter na vier à zes weken bij drie sessies per week. Het is ook van belang dat
tijdens de sessies aanzienlijke stimulatie-intensiteiten zijn bereikt voordat u verdergaat met een andere cyclus.
Aan het einde van een cyclus kunt u een nieuwe cyclus starten of een onderhoudstraining doen, met één sessie per week.
N.B.: De functie Cycli moet in de instellingen van het apparaat zijn ingeschakeld voordat u deze kunt gaan gebruiken.
11

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Sp 6.0Sp 8.0

Inhaltsverzeichnis