b. Vijf dagen per week (Maa‐Vrij).
c. Zes dagen per week (Maa‐Zat).
d. Twee dagen per week (Zon en Zat).
e. Eenmaal per week.
Als het toestel het oplaadstation correct bereikt heeft, zullen het batterij‐indicatielampje op het
LCD‐scherm van het oplaadstation en het aan/uit‐indicatielampje op de stofzuiger beginnen
knipperen, wat aangeeft dat het toestel in de oplaadmodus staat.
INSTALLATIEGIDS
HET OPLAADSTATION INSTALLEREN
1. Haal de plakband van de monteerhaak op de achterkant van het oplaadstation (Afb.1). Maak
de monteerhaak vast op een muur en hou beide zijdes van de muur, waarop het oplaadstation
gemonteerd is, vrij van obstakels. De afstand aan de linker‐ en rechterkant van het
oplaadstation dient tenminste 100 cm en 30 cm te zijn (Afb.2).
2. Neem het oplaadstation van de monteerhaak, steek de stekker in de DC‐ingang en berg het
extra snoer op in de achterkant van het oplaadstation.
3. Maak het oplaadstation stevig vast op de muur met behulp van de bijgeleverde schroeven.