DE BATTERIJ OPLADEN
1. Alvorens op te laden, gelieve te controleren of de batterij juist geïnstalleerd is. Schakel de
aan/uit‐schakelaar aan.
2. Er zijn twee manieren om de batterij op te laden: A. Zorg ervoor dat het oplaadstation juist
geïnstalleerd is, plaats het toestel in het oplaadstation, zoals getoond wordt in Afb.10 en zorg
ervoor dat de contactpunten op de achterkant van het toestel de contactplaat op het
oplaadstation aanraken.
B. Steek het DC‐uiteinde van de adapter in de DC‐ingang op de zijkant van het toestel en steek
vervolgens het AC‐uiteinde van de adapter in een AC‐stopcontact op de muur. (Gelieve de
adapter eerst aan te sluiten op het toestel, alvorens hem in een AC‐stopcontact te steken.) Zie
Afb.11.