De Verskoelruimte - Siemens KG...Q Serie Gebrauchsanleitung

De verskoelruimte

De temperatuur in de verskoelruimte
wordt rond de 0 °C gehouden. De lage
temperatuur en de optimale
luchtvochtigheid maken ideale
omstandigheden mogelijk voor het
bewaren van verse levensmiddelen.
Vochtlade
Afb. !/19
In de vochtlade kunnen levensmiddelen
tot drie maal langer vers worden
gehouden dan in de normale koelzone –
voor nog langere versheid,
voedingsstoffenbehoud en smaak.
De vochtlade wordt afgedekt door een
speciaal filter dat de luchtvochtigheid
in de lade optimaal houdt. Daardoor
heerst er in de vochtlade, afhankelijk van
de vulling, een luchtvochtigheid tot 95 %.
Dit bewaarklimaat is ideaal voor vers
fruit, sla, groente, kruiden
of champignons.
Aanwijzingen
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
■
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
Afhankelijk van de soort
■
levensmiddelen en de hoeveelheid
kan zich condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater
verwijderen met een droge doek en
de luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de
vochtigheidsregelaar.
De vacuümlade
Afb. !/21
Bij het inschakelen van de
vacuümfunctie wordt de lucht uit de lade
gezogen. Hierdoor kunnen
levensmiddelen nog langer vers worden
gehouden – voor optimaal behoud van
versheid, voedingsstoffen, smaak en
geur.
Gebruik de vacuümfunctie om gevoelige
levensmiddelen te bewaren (bijv. vis,
worst, vlees), evenals fruit, groente en
bereide gerechten.
U kunt de vacuümlade desgewenst als
vochtlade gebruiken. Schakel daartoe
na het aanbrengen van de
levensmiddelen het vacuüm niet in.
Aanwijzingen
Bij gebruik van de vacuümfunctie de
■
levensmiddelen niet verpakken, zodat
het vacuüm volledig kan worden
opgebouwd.
Verschillende soorten levensmiddelen
■
van elkaar scheiden met folie, om het
overdragen van smaak te voorkomen.
Afhankelijk van de hoeveelheid en het
■
soort bewaarde levensmiddelen kan
zich condenswater vormen in de lade.
Condenswater verwijderen met een
droge doek.
Functie inschakelen
1. Voor het inschakelen controleren of
de lade gesloten en met de hendel
vergrendeld is.
Anders kan er geen vacuüm worden
opgebouwd.
2. Vacuümtoets +/1.
Als er na 3 minuten nog geen vacuüm is
opgebouwd, schakelt de vacuümpomp
uit en klinkt het alarm.
nl
39