Sony DSC-V3 Bedienungsanleitung Seite 309

Onderdeel Instelling
(P.Quality)
 Fine / Standard
1)
Mode (REC Mode)
RAW
TIFF
Multi Burst
Exp Brktg
Speed Burst
Burst
 Normal
BRK (Bracket
±1.0EV / ±0.7EV / ±0.3EV
2)
Step)
2) 1/7.5 / 1/15 / 1/30
(Interval)
M
3)
(Flash Level)
+ /  Normal / –
PFX (P.Effect)
B&W / Sepia /  Off

+ /  Normal / –
4)
(Saturation)

+ /  Normal / –
4)
(Contrast)
4) + /  Normal / –
(Sharpness)
1)
De beschikbare instellingen zijn beperkt wanneer de modusdraaiknop op SCN staat.
2)
Dit wordt niet afgebeeld wanneer SCN is ingesteld op
3)
Dit wordt niet afgebeeld wanneer SCN is ingesteld op
4)
Dit wordt niet afgebeeld wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op SCN.
Beschrijving
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 53).
– Neemt een RAW-beeldgegevensbestand op naast het JPEG-bestand (blz. 83).
– Neemt een niet-gecomprimeerd (TIFF) bestand op naast het JPEG-bestand
(blz. 84).
– Neemt een ononderbroken reeks van 16 frames in een enkele beeld op (blz. 79).
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 66).
– Neemt ononderbroken op met een kort opname-interval (blz. 78).
– Neemt ononderbroken nog meer beelden op (blz. 78).
– Neemt een beeld in de normale opnamefunctie op.
De belichtingscompensatiewaarde instellen voor het opnemen van drie beelden
met verschoven belichting (blz. 66). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling
dan [Exp Brktg].)
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 79). (Deze instelling kan niet worden
gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere
instelling dan [Multi Burst].)
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 74).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 82).
De verzadiging van het beeld instellen. De
wanneer de instelling Normal is).
De contrast van het beeld instellen. De
de instelling Normal is).
De scherpte van het beeld regelen. De
de instelling Normal is).
(schemerfunctie), (schemer-portretfunctie) of
(schemerfunctie) of (kaarslichtfunctie).

indicatie verschijnt (behalve

indicatie verschijnt (behalve wanneer
indicatie verschijnt (behalve wanneer
(kaarslichtfunctie).
NL
143