Eerste opname (belichting verschoven
naar de + kant)
Tweede opname (juiste belichting
ingesteld door de camera)
Derde opname (belichting verschoven
naar de – kant)
Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M of SCN.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Mode] (REC Mode) met
/, en kies daarna [Exp
Brktg] met /.
Kies [BRK] (Bracket Step)
met /, en kies daarna de
gewenste Bracket-stapgrootte
met /.
Verandert de
±1.0EV:
belichtingswaarde met plus of min
1,0 EV.
±0.7EV:
Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,7 EV.
Verandert de
±0.3EV:
belichtingswaarde met plus of min
0,3 EV.
Neem het beeld op.
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap [Normal].
• Het kan onmogelijk zijn de Exposure Bracket-
functie te gebruiken in de scènekeuzefunctie
(blz. 42).
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• De scherpstelling en witbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
• Wanneer de belichting handmatig wordt
ingesteld (blz. 63), wordt de belichting
verschoven op basis van de aangepaste
helderheid.
• Het opname-interval bedraagt circa 0,3
seconden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen Bracket-stapgrootte.
• U kunt bepaalde sluitertijden niet kiezen*.
* Wanneer [ISO] [800] is:
Sluitertijden van 1/25 seconde of langer
Wanneer [ISO] anders is dan [800]:
Sluitertijden van 1/6 seconde of langer
NL
67