Kawasaki 603.010.060 Originalbetriebsanleitung Seite 132

gevaar creëren.
NL
• Selecteer het correcte zaagblad om het
materiaal te zagen;
• Gebruik de zaag niet om andere materialen te
zagen dan de door de fabrikant aanbevolene;
• Forceer het gereedschap niet. Gebruik het
correcte gereedschap voor uw toepassing. Het
correcte gereedschap zal zijn taak beter en
veiliger vervullen binnen de gebruiksnormen
waarvoor het bestemd is. Gebruik het
gereedschap niet voor doeleinden waarvoor
het niet bestemd is — bijvoorbeeld: gebruik de
verstekzaag niet om vlees te snijden;
• Gebruik de zaag niet zonder dat de
afschermingen op hun plaats zitten, zich in goede
staat bevinden en naar behoren onderhouden
zijn;
• Verzeker dat de arm veilig vastzit wanneer u
met afschuining zaagt;
• Houd de vloeromgeving rond de machine effen,
goed onderhouden en vrij van losse materialen,
bv. zaagsel en spaanders;
• Voorzie adequate algemene of plaatselijke
verlichting;
• De bediener is adequaat geschoold in het
gebruik, de aanpassing en de bediening van de
machine;
• Gebruik correct gewette zaagbladen. Neem de
op het zaagblad gemarkeerde maximumsnelheid
in acht;
• Zorg ervoor dat gebruikte afstandhouders
en asringen geschikt zijn voor het doel dat de
fabrikant opgeeft;
• De vervangingsprocedure voor zaagbladen,
met inbegrip van de methode voor het
herpositioneren en een waarschuwing dat deze
correct uitgevoerd dient te worden;
• Onthoud u van het verwijderen van zaagsel
of andere delen van het werkstuk uit de
snijdomgeving terwijl de machine draait en de
zaagkop zich niet in de rustpositie bevindt;
• Vergewis u ervan dat de verstekzaag
gemonteerd of geplaatst is op een effen, stevig
werkoppervlak voordat u ze gebruikt. Een effen
en stevig werkoppervlak reduceert het risico op
het labiel worden van de verstekzaag;
• Ga met uw hand nooit over de bedoelde
snijdlijn. Het 'kruiselings' vasthouden, d.w.z. de
linkerkant van het werkstuk met uw rechterhand,
is zeer gevaarlijk;
• Voer het werkstuk niet in het zaagblad, en snijd
geenszins 'uit de losse pols' . Het werkstuk moet
stationair zijn en vastgeklemd of door uw hand
gegrepen. De zaag moet vlot door het werkstuk
heen geleid worden en aan een tempo dat de
motor van de zaag niet overbelast;
• Zorg ervoor dat alle bewegende onderdelen
van de veiligheidsuitrusting voor het zaagblad
functioneren zonder vast te lopen;
• Stel elektrische gereedschappen niet bloot aan
regen of natte omstandigheden;
• Gebruik enkel scherpe, onbeschadigde
zaagbladen en geschikt toebehoren;
• Klem werkstukken stevig vast voordat u ze
bewerkt;
• Gebruik geen flenzen of flensmoeren met
boringen die groter of kleiner zijn dan die van het
zaagblad;
• Poog het draaiende zaagblad niet met de hand
tegen te houden;
• Bevestig de machine vóór gebruik aan een
stabiele basis;
• De zaagkop moet vrijelijk kunnen bewegen en
132