Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
Onderhoud
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Pluizenzeef reinigen
Deksel verwijderen.
Vuilwaterreservoir uit het apparaat ne-
men
Pluizenzeef regelmatig met een borstel
reinigen
Schoonwaterzeef reinigen
Schoonwaterzeef losschroeven
Schoonwaterzeef regelmatig onder
stromend water reinigen
Sproeier reinigen
Sproeierbevestiging losklikken en eruit
trekken, sproeier reinigen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
– Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Bij alle werkzaamheden aan het appa-
raat, het apparaat uitschakelen en de
netstekker uittrekken.
– Elektrische componenten alleen laten
controleren en herstellen door een ge-
autoriseerde klantendienst.
38
Opslag
Apparaat werkt niet
Stekker en zekering van de stroom-
voorziening controleren.
Stroomkabel en stekker van het appa-
raat controleren.
Apparaat inschakelen.
Er komt geen water uit de spuitkop
Schoonwaterreservoir vullen.
Verbindingen op de spuitslang op cor-
recte positie controleren
Sproeierbevestiging losklikken en eruit
trekken, sproeier reinigen of vervangen.
Zeef in het schoonwaterreservoir reini-
gen.
Spuitpomp defect, klantendienst oproe-
pen
Spuitstraal eenzijdig
Sproeierbevestiging losklikken en eruit
trekken, sproeier reinigen.
Onvoldoende zuigcapaciteit
Controleren of het deksel goed zit.
Dichting aan het deksel en raakvlak met
het apparaat reinigen.
Pluizenzeef reinigen.
Zuigslang op verstopping controleren,
indien nodig reinigen.
Spuitpomp luid
Schoonwaterreservoir navullen.
Sterke schuimvorming in het
vuilwaterreservoir
Antischuimmiddel (speciale toebeho-
ren) in vuilwaterreservoir gieten
Klantenservice
Indien de storing niet kan worden opge-
lost, moet het toestel door de klanten-
dienst gecontroleerd worden.
– 5
NL